Gepubliceerd op: maandag 18 juni 2012

Raster in gesprek met Kees Fens

“Maar jij zet dus strepen bij regels die je bevallen.

Soms zet ik in de marge een streepje. En als ik het gedicht in zijn geheel goed vind, zet ik twee streepjes naast de titel.

Maar dat is toch met muziek precies zo, die herhaalde, identieke reactie?

– Maar overkomt het je ook wel dat je verrast wordt?

Je hebt wel, als je een boek uit de kast haalt dat je bij voorbeeld op je achttiende of twintigste gelezen hebt. dat je schrikt. Dat wel ja. Henri Bruning ging dood. Vroeg de krant: wil je daar geen stuk over schrijven Ik zei: dat wordt heel moeilijk. Dat heb ik, toen ik een jaar of achttien, negentien was, geweldig gevonden. Verworpen Christendom enzo. Toen heb ik dat uit de kast gehaald en toen schaamde ik me bijna voor degeen die die streepjes had gezet. Dan ben je toch totaal anders geweest.

Maar je bent toen wel gevormd. wat de poëzie betreft.

Ja.

Maar is dat dan niet raar? Dat je in de periode van vorming een andere voorkeur hebt dan wanneer je gevormd bent ?

Als ik toen poëzie las. zette ik nog geen streepjes. Dat ding van Bruning is het enige waarvan ik me dat herinner. Op mijn achttiende of negentiende heb ik ook Pascal gelezen en daar streepjes ingezet, dat herinner ik me nog wel. Die editie heb ik later ook nog eens ingekeken en daar schrok ik ook heel erg van.

Maar waar zit het verschil dan in?

Dat is een soort bijval. om het zo maar eens uit te drukken, voor hele grote radicaliteit, dat geldt zowel voor Bruning als voor Pascal, bijval voor religieuze radicaliteit. Meestal is dat een teken van afval, als je daar aan toe bent” (lees meer op Raster)

Over de auteur