Het bijschrift des levens
Manmoedig probeer ik dag na dag met een schone lei te beginnen. Ik ken het bijschrift des levens: mislukkingen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Dus ik blijf hopen. Van NRC Handelsblad moet ik het niet hebben. Dat herinnert me vandaag aan dichtregels die ik lang en breed achter me meende te hebben gelaten. ‘Laten we vandaag opnieuw beginnen,’ zo schreef ik ooit in de dichtbundel Stil alarm, ‘dit land kent al te veel geschiedenis’.
De woorden lachen me toe vanaf het voorblad van Lux, het dure-dingen-voor-rijke-mensen-supplement. Als ik verder blader, probeert men mij een zonnebril te slijten voor 380 euro. Een lamp voor 2800 euro. Een huis voor twee miljoen. Hoe sneller ik mijn geld verbras, hoe minder me herinnert aan het zweet des aanschijns waarin ik het ooit bij elkaar heb moeten sprokkelen. Wie platzak is, heeft niets om te vergeten. Daarom zal de krant me ook wel geen geld hebben geboden. Bij de redactie hebben ze het beste met me voor. Ze begrijpen dat ik slechts schrijf om te vergeten, dat ik slechts publiceer om de inkt zo snel mogelijk te laten vervagen. ‘Hij kijkt er vast overheen,’ zo zullen ze elkaar hebben gerustgesteld. ‘Zijn NRC-lezende vrienden zijn wijs genoeg om het voor hem te verzwijgen.’
Mislukt. Maar gelukkig biedt dat geen garantie voor de toekomst. Want wat was dat ook weer voor citaat in NRC Handelsblad dit weekend? Ik zie het voorblad van Lux nog helemaal voor me. Een grote foto van zonnebadende mensen op het dek van een cruise-schip. (Voor iedereen die zijn zorgen wil vergeten. Zie bladzijde vier en vijf voor enkele alleszins betaalbare mogelijkheden.) En recht daarboven die twee dichtregels. Maar wie ze heeft geschreven? Al sla je me dood…