Gepubliceerd op: maandag 25 juni 2012

Een boek is een gesprek met een goede vriend

Na het zien van een VPRO-uitzending van Wim Brands over schrijvers en psychosen, schreef Pim te Bokkel een beschouwend stukje op zijn blog:

“Mocht de literatuur ooit hebben gestreefd naar een alomvattend verhaal, ik geloof niet dat zo’n intellectuele exercitie mensen nu echt raakt. Tegenwoordig, in deze samenleving, zoeken mensen iets anders, noem het kleine verhalen, noem het echt, menselijk contact. Van alle kanten worden we bestookt met informatie die ons nieuwsgierig maakt en afleidt, maar uiteindelijk willen we begrepen worden, door een vriend, een boek, een dichtbundel, een mens.

Voor wie zijn bewustzijn op dit kleine richt, zal zich een nieuwe grootsheid openbaren. Dat klinkt oudtestamentisch, ik weet het, maar laat ik het gedicht ‘Zeegezicht’ van C.O. Jellema als voorbeeld nemen. Van de basaltblokken raapt de hoofdpersoon een babykrab op. “Op de palm van jouw hand, in dat landschap / van gevormde levenslijnen, niet groter / dan een flinke waterdruppel” is de babykrab. Jellema weidt uit over de zonsondergang die de hemel ginds in Turner-kleuren zet. Dan kijk hij naar de krab op zijn hand: “op de rand van dat heelal, / laat hij zich zonder aarzeling terugvallen”. Nog altijd is het één van mijn favoriete gedichten, omdat in één kleine, menselijke ervaring een glimp van het hele universum ontsloten wordt. Die hand, een heelal – en je daar dan vanaf laten vallen en opgevangen worden door “de veiligheid van spleten, zeezand, steen, / met achterlating van een beeld, van/ haast een naam.” Als lezer kijk je over de schouder van de dichter, ben je heel dichtbij en leef je mee.”

Meer op het blog van Pim te Bokkel.

Over de auteur