Gepubliceerd op: maandag 21 mei 2012

Hoe WFH het leven van Peter Terrin veranderde

Jeroen Vullings trok naar de Vlaamse Ardennen voor een gesprek met Peter Terrin van wie onlangs de roman Post Mortem verscheen:

‘Ik heb veel te danken aan Hermans. Eigenlijk alles. Ik zat in Engeland, op een hotelkamer in Londen, ik was drieëntwintig en ik verkocht in dienst van een Kortrijkse firma marmer aan Engelse architecten. Ik kon me ’s avonds niet blijven bezatten op die hotelkamer, dus greep ik naar een boek dat ik van een vriend had gekregen. Een boek lezen deed ik voor het laatst toen ik een jaar of veertien, vijftien was. Je hebt jongens die als puber al weten dat ze dokter willen worden of architect. Ik wist helemaal niks. Mijn ouders zijn bescheiden mensen. Ze hebben altijd in de fabriek gewerkt en ze lieten mij, omdat ze het ook niet wisten, mijn eigen keuzes maken. Op school was ik goed in wiskunde en scheikunde, dus was ik in de ogen van anderen voorbestemd om ingenieur te worden.

Op mijn achttiende ging ik studeren in Kortrijk. Dat was toen een grauwe stad en daar ben ik door drank en liefdesperikelen het spoor bijster geraakt. Mijn leven was een rommeltje, ik was letterlijk de weg kwijt. Ik brak die ingenieursstudie af en omdat mijn ouders vonden dat ik een diploma moest hebben, ging ik aan de Hogeschool van Gent toegepaste communicatie studeren. Daar kon je, wist ik van een vriend, in twee jaar een diploma halen zonder iets noemenswaardig uit te voeren. Dat lukte. Daarna deed ik van alles: verzekeringen verkocht; in de reclame gezeten; bij een juwelier gewerkt. Ik was doodongelukkig, dat was de slotsom. Niet op mijn plaats.

Ik begon die avond in mijn hotelkamer aan De donkere kamer van Damokles en ik kon niet meer ophouden. De volgende ochtend om zes uur belde ik mijn werkgever uit bed om ontslag te nemen.

Lees het interview op VN.

Over de auteur