Gepubliceerd op: woensdag 16 mei 2012

Delphine Lecomptes ode voor het levend genie Wiel Kusters

“Ik ben manisch en gulzig.

Ik wil alles, ik wil over alles schrijven: de mijn en de maan, de vogels en de krokodillen, de griffioen en de touwslager, de koetsier en de broedermoordenaar, leverkanker en zelfkastijding, incontinentiemateriaal en raketten, carnaval en linzensoep, het slachthuis, de gevangenis, Napoleon, de middeleeuwen, de zee, Boston, brand en vissoep.

Het is eindeloos, het is hopeloos, het is zalig, het is uitputtend.

De gedachtevluchten gaan met mij aan de haal, ik kan het niet stutten/stelpen/stoppen.

’s Nachts schrijf ik voortdurend in mijn schriftje, ellenlange pagina’s vol geraaskal. Overdag blijken dan twee zinnen bruikbaar. Helaas gebruik ik er soms meer, haha!!

Ik kan heel moeilijk schrappen. Is het ijdelheid? Wellicht.”

Versindaba had een lang gesprek met Delphine Lecompte, die in het interview ook een gedicht aan Wiel Kusters opdraagt.

 

Over de auteur