Gepubliceerd op: donderdag 19 april 2012

Ton van ’t Hof: snedig en zacht

“Moet ik hieruit afleiden dat “terugkerende motieven en een bijzonder strakke versstructuur” kenmerken zijn van conceptuele poëzie of knoopt deze criticus in één zin een tang en wat varkens aan mekaar?

Ach, so what, het leven heeft veel weg van een futloze housewarming party. Ik bedoel, wie zoekt er nu nog naar waar betekenis vandaan komt?”

Ton van ’t Hof – die de laatste weken een  interessante middenweg bewandelt tussen statement/ column/ en kritische beschouwing –  heeft enkele bedenkingen bij een bespreking van De weg naar Egypte van Gertrude Starink op deReactor.

Over de auteur

Displaying 8 Comments
Have Your Say
  1. Martijn Benders zegt:

    Dat lijkt me niet bepaald het meest objectionele aan die bespreking. Het objectionele schuilt hem in het feit dat de bewieroking van bepaalde auteurs een soort industrietak is geworden – men stijgt in de hierarchie door op rituele wijze allemaal zo enthousiast mogelijk van te voren goedgekeurde objecten te bewieroken, als in dit geval, een jochie dat zijn proefschrift nog niet eens heeft geschreven maar al wel wonderbaarlijk weet te duiden dat de naam die iedereen laatste tijd papegaait ‘literaire meesterwerken’ schrijft zonder in de recensie ook maar ergens precies te duiden waarom dat het geval is. Hij citeert als sterkste deel van deze boeken precies wat ik ook het sterkste deel vond: maar waar ik graag het sterkste deel citeer om te laten zien dat als zelfs de sterkste schakel zo zwak is het werk als geheel niks kan zijn (die kettingtheorie is de postmoderne egalist vreemd – hij ziet het werk als een soort geheel ZONDER schakels) wordt het hier geciteerd als – ja, als wat? Als een stukje wat voor zichzelf spreekt. Maar dat doet het helemaal niet.

    De postmoderne egalist hanteert altijd hetzelfde stramien: het geheel zonder schakels, wat bewierookt moet worden als vanzelfsprekend, wie schakels uitlicht veronachtzaamd ‘het geheel’ alsof dat uberhaupt maar zou kunnen bestaan zonder schakels en wie de kracht van de schakels niet beproeft kan het uberhaupt nooit over een ‘sterk geheel’ hebben…

    Je ziet precies hetzelfde bij Badiou aanhangers, die een flinke overlap hebben met deze doelgroep: het geheel is geweldig, ga je op de onzin die Badiou zit te verkondigen zelf in dan ‘snap je het geheel niet’.

    Bovenstaande kenmerken zijn er eentje van een sekte, niet van een kritische literatuur. Het op rituele wijze bewieroken, de eenduidige smaak, de naadloze vergroeiing met de boekenindustrie, de kritiek die totaal niet meer van de productie te onderscheiden valt, etc. etc. Dan een beetje gaan steggelen over de definitie van ‘conceptueel’ is eigenlijk bijzonder slap.

  2. Marein Baas zegt:

    Je analyse van literair-kritische bewierroking is best sterk, maar heeft niks te maken met dit artikel. Het valt me overigens op dat je vaker de neiging hebt de literaire wereld als hierarchisch systeem te benaderen, waarmee je voorbijgaat aan het simpele gegeven dat we ook allemaal liefhebbers zijn. Die zich misschien wel thuisvoelen in groepjes (maar dat heb ik zelf niet zo sterk).

  3. Martijn Benders zegt:

    Het is een hierarchisch systeem, een beetje een afspiegeling ook van de rest van de samenleving. ‘Niks te maken met het artikel’ is natuurlijk onzin – mijn klacht gaat over het feit dat plotseling, vanuit het niets, iedereen geweldig fan lijkt van Gertrude Starink, een nogal eigenaardig fenomeen als je bedenkt dat ze tijdens haar leven nauwelijks aandacht kreeg.

    Aan die ‘bewieroking’ heb ik vooral een hekel gekregen sinds ik heb gezien dat ik de mensen die me bewierookten om ‘Karavanserai’ niet tot de kopers van mijn tweede bundel kon rekenen. Dan krab je toch even op je hoofd en denk je: wat bezielt zulke lui eigenlijk?

  4. Marein Baas zegt:

    Je kan die waardering van Stein niet louter afdoen als hierarchisch fenomeen. Dan is Mettes een beter voorbeeld, al vind ik ook dat discutabel, omdat daar naast smaak (het liefhebben) ook het emotionele component meespeelt.

    Ik ontken niet dat er een hierarchisch systeem is, omdat dat er wel is, ik schrijf nota bene dat ik je analyse sterk vind, maar het gaat te ver om waardering voor deze of gene af te doen als alleen maar volgzaamheid.

    Wat betreft je bundel: ik bewierrook je niet, maar ik bezit je eerste bundel wel, en vind die ook goed. Inderdaad heb ik je tweede bundel niet, de vraag is waarom… Zijn we nog niet toe aan massale (naar poetische normen) internetverkoop? Lig je in de boekwinkel?

  5. Marein Baas zegt:

    hee waar is mijn reactie gebleven?

  6. Marein Baas zegt:

    Nou ja, ik zei dus dat ik niet ontken dat er een hierarchisch systeem is, maar dat het simplistisch (en gewoon onjuist) is om te stellen dat dat alleen bepalend is voor de waardering van een boek. En dat Mettes dan een beter voorbeeld is dan Stein. En dat ik je eerste bundel heb, en je tweede niet, en eigenlijk niet weet waarom, maar dat ik je niet heb bewierrookt. Maar dan beter verwoord.

  7. Martijn Benders zegt:

    ‘Bepalend voor de waardering van een boek’ – je hebt het over Mettes, maar dat vind ik al helemaal een vreselijk voorbeeld van de mechanisaties van die waarderingsindustrie. Iemand die zijn hele leven vechtte tegen een bepaalde elite en dan na zijn dood door die elite wordt ingelijfd alsof hij altijd al lid van de partij was. Dat is verschrikkelijk onsmakelijk. Ik had liever gezien dat naar aanleiding van zijn dood er eens wat mensen zouden opstappen. Dat lijkt mij een passender antwoord dan hem te bewieroken en in te lijven.

  8. Marein Baas zegt:

    Iemands dood aangrijpen voor een bestuurlijke handeling in het literaire is absurd. En, alweer, lees je maar de helft van wat ik schrijf, Martijn, want ik zeg dat Mettes een beter voorbeeld van hierarchische waardering is dan Stein.
    Overigens is het een stuk aangenamer discussieren met je dan een tijdje terug.