Gepubliceerd op: donderdag 19 april 2012

Goya en de literatuur

‘De zwarte schilderijen’ van Goya vormen de aanleiding voor een indringende reeks die al een tijdje op de blog van Johan Velter loopt. Goya (of zijn zoon) schilderde deze donkere werken op de binnenmuren van zijn eigen huis. Een vreemd manoeuver voor een hofschilder van faam. Velter maakt eerst enkele verkennende beschouwingen rond het werk en de figuur van de dove schilder De hond en Goya (1) om vervolgens in aparte postings de figuur van Goya in de literatuur uit te werken. Zo komen ‘Deaf sentence’ van David Lodge aan bod (2),  ‘De oude Goya’ van Julia Blackburn (3),  ‘Meesters en knechten‘ van Pierre Michon (4), een in het Frans vertaald essay van de Duitse schrijver Paul Nizon (5), ‘Goya: les peintures noires‘ van Yves Bonnefoy (6), ‘Goya als hond‘ een gedicht van  Stefan Hertmans (8), dat verder besproken wordt in aflevering (10) en waarin Hertmans ‘pseudo-diepzinnigheid’ (‘flonflon’ in de woorden van Maurice Gilliams) verweten wordt

Ook de roman De verwondering en een gedicht van Claus moeten volgens Johan Velter met Goya in verband worden gebracht (Goya en Claus).

Komen verder nog aan bod:

Goya en Lucebert: “Wat Lucebert schildert, is duidelijk, simpel, begrijpbaar voor iedereen. Daarom: niet goed genoeg.”

Goya en Billie Holiday:een aangrijpende link naar de gruwelijke song ‘Strange fruit‘.

Goya en CC Krijgelmans: “De verhalen van Krijgelmans vertonen weinig inhoudelijke variatie en ook de ‘vernietiging van de gangbare taal’ (dixit Bart Vervaeck) is minder spectaculair dan men zou mogen verwachten. Wie de ‘truc’ doorziet, kan een Krijgelmans-machine beginnen.” en over de Goya-uitgave van Krijgelmans: “Laten we zeggen dat ‘Goya’ een light-Krijgelmans is. Hij is voor zijn doen redelijk bevattelijk. De lezer krijgt geen al te hoge barrières te verduren.”

Goya en de rede is het (voorlopige) slot van de reeks.

“Er zijn (minstens) 2 opvattingen over Rousseau. De eerste beschouwt hem als een Verlichtingsfilosoof, de tweede als een romantische schrijver. Wellicht is het Isaiah Berlin die de intelligentste visie ontwikkeld heeft. Voor hem bestaat het Verlichtingsdenken uit radicale, gematigde en zelfs anti-strekkingen: de tegen-Verlichting is dus onderdeel van de Verlichting. Het denken werd immers in een dialectisch proces ontwikkeld. Omdat er kritiek kwam, konden de stellingen beter uitgebouwd worden en omdat elke strekking eigen onderwerpen aanbracht, werd het denken omvattender en kon het de volledige maatschappij doordringen. Ook al beschouwt men Rousseau vandaag de dag niet meer als een rationeel denker, hij behoorde tot de nieuwe denkers en daardoor werd hij geassocieerd met de Verlichting. Zo werd hij ook in de achttiende eeuw gewaardeerd en verfoeid door tegen- en medestanders van de Verlichting.”

Over de auteur