Gepubliceerd op: vrijdag 27 april 2012

Goudeseune over Nolens

“Vervang de Franse literatuur in de Nederlandse en je krijgt ten onzent, in de lage landen dus, een gelijkaardig verhaal. Een poëtisch landschap, weliswaar met andere accenten en andere paradigmaverschuivingen, en op een bescheidener schaal, maar met gelijkaardige polen: traditionalisten en avangardisten, talige en niet-talige poëzie, Anton van Wilderode en Gust Gils, Herman de Coninck en Willy Roggeman. Hubert van Herrewegen en Lucebert. En een waaier aan dichters die je eigenlijk mossel noch vis kunt noemen en die vrolijk meewapperen met de wind, of eenzame eilandjes vormen. De poëzie van Leonard Nolens is zo’n eiland, een uit louter taal opgetrokken eiland dat al van bij zijn aantreden werd bejubeld en waarmee Nolens zelf altijd al een kopschuwe relatie heeft gehad. Traditionalist is hij in het hart en de nieren van de Nederlandse taal, een smidse aan de muren waarvan rethorische middelen uit de middeleeuwen hangen naast meer recentere. Traditie, rederijkers, bijbel, klokken, wapens. Wat al niet? Ook het Nederlands is zwaar van oude literatuur. ”  >> lees de beschouwing van Koenraad Goudeseune over Leonard Nolens’ Verzamelde Gedichten op Grof Brood.

Over de auteur