Gepubliceerd op: zondag 18 maart 2012

Is het een goed idee het beest in ons te associëren met ongewassen allochtonen?

[Ingezonden reactie van Saskia Kunst op een recensie van Piet Gerbrandy]:

Deze week verscheen in De Groene Amsterdammer een recensie van De oksels van de bok, het pas verschenen lange gedicht van Annemarie Estor. De recensent is Piet Gerbrandy.

Gerbrandy begint zijn stuk met een beschrijving van een fijn geordend middenklassenbestaan, waarbij de beschaving het gewonnen heeft van instinct en passie (`we stinken niet’.) Die door hem verzonnen uitgangssituatie plakt hij vervolgens op de vrouw en de Zwijger (volgens Gerbrandy haar partner), twee van de drie figuren uit het epos van Estor. Dat veilig-burgerlijke partnerschap wordt verscheurd door de allesverterende bevlieging van de vrouw voor `de allochtoon’ Izem.

‘Estor schrijft sterk en beeldend, de vuile en pijnlijke drift die de protagoniste geen keus laat wordt effectief neergezet’, schrijft Gerbrandy, en `stap voor stap raakt ze verstrikt in een mateloze, bij vlagen smerige passie, waarin geilheid, weerzin, honger en angst om voorrang strijden.’

Vrouwen en rauwe seksuele lust, het blijft ingewikkelde materie.

Gerbrandy laat de vrouw uitgeblust terugkeren naar haar Zwijger, waarna beiden zich vestigen in het `burgerlijke’ Kalmthout. Voor het gemak gaat hij voorbij aan de zwartgeblakerde heide waarover de gelieven trekken: `wij gingen als ruiters door verbrande tijd’, want het moet wel in zijn plaatje passen.

Gerbrandy vindt het te tam, dat einde, en ook vindt hij dat Estor te veel uitlegt. Desondanks heeft Gerbrandy het niet begrepen, zoals moge blijken uit zijn laatste bezwaar. Dat is `van politieke aard’. Wat natuurlijk de vraag oproept sinds wanneer we poëzie door een politieke bril moeten lezen.

Hij vraagt zich af of `het een goed idee is het beest in ons te associëren met ongewassen allochtonen.’

Suggereert hij hier dat Annemarie Estor een racistisch neokoloniaal gedicht heeft geschreven? Een doodzonde noemt hij het, analoog aan het Oriëntalisme van Edward Said, om het exotische oosten met wellustige achterlijkheid te verbinden. En gelijk heeft hij!

Behalve dan dat Annemarie Estor dat in het geheel niet doet. Misschien is Gerbrandy een beetje in de war geraakt door woorden als insjallah, dadel, vijg, komijn en gazellepootjes, en raakte daardoor zijn eigen associatievermogen verstopt met beelden van ruige Arabische of Berberse door de woestijn getaande woestelingen. Om nog maar te zwijgen van de wellust die van de pagina’s spat, want vrouwenseksualiteit in de setting van dwangmatige passie is immer nog een ingewikkeld ding voor veel mannen, dat blijkbaar samengaat met achterlijk, woest en `smerig’.

Maar de protagoniste is alles behalve een koele westerse dame. En hoe oosters is Izem eigenlijk? Door de westerse traditie buitelen ook woudwezens, oermannen, passieopwekkende dreigende vreemdelingen, half mens, half dierlijk. Daarvoor hoeven we niet naar de woestijn van Arabië. Met evenveel gemak kunnen Izem en de vrouw uit de bundel van Estor geplaatst worden in de traditie van faunen, saters, wolfmannen en Bacchanten die de westerse verbeelding heeft opgeleverd. Associeert iemand de onwelriekende Heathcliff met een allochtoon? Wemelt het in ons collectief geheugen niet van de gesoigneerde dames die als een baksteen vallen voor – zeg maar – een ongelikte jachtopziener of een ongeletterde Bretonse visser?

Het is niet `overdreven politiek correct’ Said gelijk te geven, het is in dit verband gewoonweg onzinnig. De Oosterse invloeden, de `woeste Arabieren’ zijn in de volkswijken van Antwerpen (en Amsterdam) net zo gewoon als Henk en Ingrid. Niks exotisch aan, en ook niks specifiek achterlijks – dat begrip zit in Gerbrandy’s wereldbeeld, niet in dat van Estor. Het is deel van de leefwereld en de woordenschat van een nieuwe generatie dichters. En een van de klinkende stemmen van die generatie is die van Annemarie Estor. Niks racistisch aan, meneer Gerbrandy!

© Saskia Kunst

Saskia Kunst is schrijfster en antropologe. Meer over haar op website en haar blog.

Lees ook de beschouwing van Ludo Abicht over De oksels van de bok van Annemarie Estor en deze korte bedenking van Fabian Stolk over recenseren. Hieronder de trailer van het boek:

Over de auteur