Gepubliceerd op: maandag 27 februari 2012

Stefan Zweig en Joseph Roth: netwerker versus onaangepaste

Van Joseph Roth verscheen onlangs ‘A life in Letters‘; van zijn vriend en tijdgenoot Stefan Zweig een biografie, Three Lives: A Biography of Stefan Zweig. In een recensie op Standpoint worden de twee tegenpolen treffend geschetst:

“Joseph Roth en Stefan Zweig waren de laatste vertegenwoordigers van een verdwenen cultuur. Ze waren Joods en ze waren Duitse schrijvers, beiden geboren als onderdanen van de Habsburgse keizer Franz Joseph, Roth in het uiterste oosten van het keizerrijk, Zweig in Wenen. Beiden waren productieve schrijvers. Zweig was zeer succesvol, Roth de auteur van op zijn minst één meesterwerk, The Radetzky March. Zweig was rijk, Roth arm. Zweig leefde enkele jaren in een kasteel buiten Salzburg, Roth was een nomade, met zijn twee koffers voortdurend onderweg van stad naar stad, van hotelkamer naar hotelkamer. Beiden waren indirect slachtoffer van Hitlers Jodenhaat: Roth stierf aan een kapotte lever in Paris in 1939, hij was pas 45, Zweig pleegde een paar jaar later samen met zijn vrouw zelfmoord tijden een ballingschap in Brazilië. Hun vriendschap was niet voor de hand liggend, maar ze waren wel degelijk vrienden. Hun vriendschap overleefde Roths eeuwige gezeur om geld en Zweigs brieven vol goede raad, Roths afhankelijkheid en onvermogen om die goede raad op te volgen en de voortdurende ergernis die ze bij elkaar te weeg brachten.

Het siert Zweig dat hij Roth als een groot schrijver erkende en alles behalve jaloers was en misschien is het onterecht als iedereen sneller geneigd is om de onfortuinlijke Roth een warmer hart toe te dragen dan Zweig. In die zien is het lezen van Oliver Matuscheks biografie van Zweig een weldaad; alleen zij die Roths fictie en grandioze journalistiek bewonderen zullen zijn brieven, die ware litanieën zijn vol geklaag, gesmeek en gebedel,  kunnen pruimen. Ze vormen ook een pijnlijk verslag van een ontspoord leven.

Roth was twee keer vervloekt. Hij had een glasheldere visie over alles en iedereen behalve zichzelf. Al in  de Weimar-tijd zag hij de gruwelen van Duitsland en Europa. En hij zag geen enkele uitweg.  Zweig, daarentegen, bleef de zelfgenoegzaamheid van de succesvolle burger trouw tot het eind — Roths herhaalde waarschuwingen ten spijt. Zo succesvol Zweig was in zijn persoonlijk en professioneel leven, zo ongeorganiseerd en onbekwaam was Roth in het zijne. Zweig was een efficiënt netwerker, Roth totaal niet in staat om een duurzame goede relatie op te bouwen met redacteuren van kranten en uitgeverijen. Hij leefde van de  hand in de tand en wekte voortdurend ergernis door constant om voorschotten van ongeschreven werk te bedelen.”

Lees de recensie op Standpoint. Ook op Tablet verscheen een uitgebreide bespreking van de nieuwe uitgaven Roths brieven.

Bij de herdenking van de zeventigste sterfdag van Joseph Roth, in 2009 schreeft Geert Mak:

“Is het toevallig dat ook nu nog zoveel journalisten lid zijn van het Joseph Roth genootschap? Bepaald niet. De treurige omstandigheden rondom het sterven van Joseph Roth zouden voedsel kunnen gevel aan allerlei romantische veronderstellingen over onze held.  Hoe arm hij was. Hoe onbegrepen door zijn tijdgenoten. Een soort Vincent van Gogh van de journalistiek, zoiets.
Dat idee moeten we snel uit ons hoofd zetten. Joseph Roth was een ongekend goede journalist, zijn journalistieke werk hoort bij de kern van zijn oevre en ook zijn literaire werk is ervan doortrokken. En zo werd hij ook gezien, ook in zijn tijd, ook in zijn wereld. Hij had alleen, en nu druk ik me elegant uit, een levensstijl die nóg meer kostte dan hij in huis had, zowel financieel als fysiek. Toen hij, drie jaar voor zijn dood, op 12 juni 1936 in de Amsterdamse boekhandel Allert de Lange een voordracht hield onder de titel ‘Glauben und Vortschritt’ zaten er, typisch voor Roth, twintig journalisten in de zaal, maar de waterkan moest, ook typisch voor Roth, niet met water worden gevuld maar met jenever. ” (De dichter op de locomotief‘  Geert Mak)

Meer over Roth in dit bericht en in deze brief van Benno Barnard aan Joseph Roth.

Over de auteur