Joke van Leeuwen, Robert Anker, Astrid Lampe, Delphine Lecompte, Tonnus Oosterhoff, Maarten Inghels
Jan Pollet, Retouche
*
Wat is druk? Wat doet u bijvoorbeeld op gedichtendag?
‘Ik ben ’s ochtends in Brussel, dan te gast bij de Vlaamse openbare omroep en ’s middags in Rotterdam. De dag ervoor heb ik hetzelfde dubbelprogramma. En woensdagavond ben ik bij de uitreiking van de VSB Poëzieprijs om te kijken of de winnaar van mijn voorkeur de prijs krijgt: Anne Vegter.’ (Interview met Joke van Leeuwen)
*
Paul Demets over gedichtendagbundel ‘Half in de zee’ van Joke van Leeuwen (Cobra).
*
“Dat het democratische internet voor een storm aan karamellendichters en hobbyschrijvers heeft gezorgd zal ook aan de grondslag liggen van het fenomeen dat er meer schrijvers zijn dan lezers. Iedereen lijkt zich ofwel dichter, dan wel de nieuwe tegelspreukkampioen Phil Bosmans te voelen. Dat daarmee de bundelverkoop keldert is een jammerlijk feit en misschien moet het overaanbod amateurschrijvers zich maar weer bekeren tot het lezersdom (met een lichte dwang voorgesteld aan Steph Goossens). Is dat wat Geert Joris bedoelt met ‘hoog tijd dat poëzie opnieuw op professionele wijze wordt beoefend’?” (Maarten Inghels in De Morgen)
“In het westen (de laatste trans) laat zich lezen als een rijk, Shakespeariaans toneelstuk over authenticiteit en de staat van onze Westerse samenleving.” Pim te Bokkel over de nieuwe Robert Anker.
*
Teksten van B. Zwaal op Raster.
*
Poëzie is wiskunde? Astrid Lampe op Versindaba.
*
Een sympathieke schildpad op een eiland in de tv – nieuw gedicht van Delphine Lecompte op Versindaba.
*
De verkoop van Vlaamse poëziebundels loopt voor geen meter. (Knack)
*
“In ‘Leegte lacht’ is er opnieuw een verwijzing naar een ander onvergetelijk vers van Claus. In het zondebokgedicht ‘Dichters storten zich namens de mensen’ schrijft Oosterhoff ‘Je twaalf lezers, je veertien belachelijke lezers.’ Het gedicht ‘Envoi’ (Alibi, 1985): ‘Ga elders drammen, rijmen van een cent, / elders beven voor twaalf lezers / en een snurkende recensent.’” Johan Velter gaat verder met zijn analyse van Leegte lacht. deel 3 en 4.