Gepubliceerd op: donderdag 29 september 2011

Erwin Mortier over ‘De Bloedplek’

Erwin Mortier over De Bloedplek van Paul Demets:

“In de wereld van Demets’ verzen knaagt en knarst het besef dat al die plaatsen slechts decor zijn, fragiele façades, onophoudelijk op de achtergrond. Het sijpelt door de stopcontacten naar binnen en doet de lampen knipperen. De taal zelf lijkt ieder moment aan een fatale stroomstoring te zullen bezwijken. Zie ons daar zitten, bubbelend en borrelend in ons vacuümgetrokken welbehagen, verdoofd door het zachte gezanik van een passende soundscape. Of zie ons maar zwoegen in die fitness, waar we onze leden gezond denken te houden, maar ze wellicht vooral, zoals de naam van zulke instellingen doet vermoeden, passend maken, onder de altijd voelbare maar ook immer onvatbare ogen van een naamloze buitenwereld. Zelfs een doordeweekse jas verliest hier zijn vermogen tot bekleden: ‘Daar/ horen armen door en schouders onder.// Gaten in de gaten…’ Paskamers worden dan weer oorden doortrokken van ‘bezitsdrang en okselzweet’.” (lees de volledige bespreking die eerder verscheen in De Morgen op de site van Erwin Mortier)

Zie ook de bespreking van Erik Lindner in De Groene Amsterdammer.

Over de auteur