Gepubliceerd op: vrijdag 22 juli 2011

In gesprek met Jan Fabre

Hortus/Corpus van Jan Fabre in het Kröller Müller museum. Nog tot 4/9/2011 (Copyright (C) Gerlo Beernink)

“Mijn vader was een arme communist. Mijn moeder had een rijke, katholieke herkomst. De anarchie van de liefde heeft hen samengebracht en daaruit is een typisch Belgisch huwelijk ontsproten. Als jong manneke nam mijn vader me mee naar het Rubenshuis en de zoo van Antwerpen om schetsen te maken van “dierenkopkes”. Hij stimuleerde me om ook “mensenkopkes” te tekenen en beide te vergelijken. Hij heeft me de liefde voor het beeld bijgebracht en me geïntroduceerd in de leer van de fysionomie. Mijn moeder vertaalde voor mij Franse dichters als Arthur Rimbaud en Paul Verlaine en Franse chansons van Georges Brassens. Hierdoor heeft ze me de liefde voor de taal meegegeven. Heel veel van mijn werk gaat over de dualiteit tussen beeld en woord.”  >> Jan Fabre tijdens een gesprek met Hilde van Canneyt, volledig te lezen op haar blog Gesprekken met hedendaagse kunstenaars.

Over de auteur