Inleiding Kluger Hans #10
– door de redactie
Hallo,
Ik geraak er niet uit hoe ik de inleiding moet aanpakken. We hebben in onze plannen zelf altijd in twee richtingen gehinkt. We legden de focus op dichters die op Poetry International optreden, of we accentueerden de vele bijdragen uit Oost-Europa. Maar allebei zijn ze nu verdrongen door dat ene lange verhaal in het midden van het nummer.
Begrijp me niet verkeerd. Ik vind het super dat we Djamo van Luttervelt publiceren en de stijl is zo bijzonder dat je je er gewoon moet in kunnen onderdompelen. Het verhaal in twee of drie opsplitsen zou het geen goed gedaan hebben. Maar kunnen we Kluger Hans #10 nog presenteren als een Poetry Internationalnummer nu Ion Murexc2xb8san, Doina Ioanid en Sergi Zjadan samen amper een vierde van het nummer innemen? Zelfs als ik bij deze twee Roemenen en een Oekrainer het korte verhaal van Attila Bartis en de beelden van Viktor Timofeev optel, raak ik nog niet aan de helft van het nummer. Is dat voldoende voor een nummer rond Oost-Europa en zullen de Tsjechen, Slovaken, Polen, Bulgaren en Wit-Russen zich niet verongelijkt voelen?
Ik heb zitten zoeken naar andere rode draden. Ik zag iets met bomen. Vooral in het openingsverhaal van de Fransman Casas Ros speelt een boom een belangrijke rol, maar ook bij Ioanid en Van Luttervelt zijn er bomen. Maar ja, bomen. De brakke hond is bezig met een nummer over bomen, maar dan een echt themanummer, waartegenover onze openheid voor toeval geen kans in krijgt.
Dan zag ik dat in het openingsverhaal en het slotverhaal telkens wiskunde een belangrijke rol speelt. Ik ben op zoek gegaan naar een wiskundige constante in dit nummer. Ik heb pagina’s geteld, woorden geteld, witregels geteld. Niets te vinden. Ik zat met de titel van Poetry International van dit jaar in mijn hoofd: Orde en chaos. Ik heb het lemma chaostheorie op Wikipedia gelezen. De uitleg over het onderzoek naar dynamische systemen, met het gekende voorbeeld van de vleugelslag van een vlinder in Zuid-Amerika die een orkaan in de Verenigde Staten kan veroorzaken, lijkt mij dicht aan te leunen bij hoe een plotelement een verhaal in beweging kan brengen. Of hoe een zin ons tot het herlezen van een gedicht kan drijven.
Maar ik zie niet hoe ik dat in een inleiding kan uitwerken. Ik kan toch moeilijk bij elk verhaal of gedicht op de spreekwoordelijke vlinder wijzen. En ik wil ook niet zoals die tijdschriftenmakers uit de jaren ’80 en ’70 klinken die elke nieuwe term uit de natuurkunde als een metafoor voor hun literatuuropvatting gingen gebruiken. Ik zou met de nodige balorigheid willen roepen dat natuurkundigen maar eens de dynamische systemen van verhalen onderzoeken, dat ze daar nog veel van kunnen leren.
Ziet iemand een mogelijkheid om uit deze brokstukken een inleiding te maken? En kan die dan liefst ook ergens vermelden dat Poetry International plaatsvindt van 14 tot 19 juni in Rotterdam en dat alle info te vinden is op www.poetry.nl? Ze hebben gevraagd om het te vermelden.
Na deze interne mail vlogen ideeën en voorstellen over en weer. Ideeën die we niet snel-snel in dit nummer kunnen uitvoeren, maar voor het volgende nummer opsparen. Ondertussen bleven we met deze mail zitten en kwamen we niet tot een echte inleiding. Of een echt thema. Maar dat vinden we niet erg. We ploegen het veld van de literatuur telkens opnieuw om, telkens opnieuw planten we nieuwe auteurs uit binnen- en buitenland in de tuin van de lezer.
[…] naar aanleiding van deze publicatie drie vragen per e-mail, het interview vind je hier. En hier lees je meer over de inleiding van Kluger Hans #10. Vind ik leuk:LikeWees de eerste om post te […]