Een historicus uit Granada beweert dat hij het echte graf gevonden heeft waarin het stoffelijk overschot van Federico Garcia Lorca ligt. De Spaanse dichter en toneelschrijver werd, samen met honderden anderen die verdacht werden van linkse sympathieën, geëxecuteerd door een vuurpeleton in de zomer van 1936. Volgens de historicus bestond het vuurpeleton uit een half dozijn mannen die een bonus van 500 pesetas en een promotie kregen in ruil voor het vuile werk dat ze uitvoerden voor de nationalistische troepen van de toekomstige dicator Franco.

“Ik noem hen geen moordenaars maar uitvoerders van een executie-bevel, want al waren er vrijwilligers bij, de meesten waren professionele politieagenten die riskeerden om zelf neergeschoten te worden als ze weigerden.”

Lorca’s terechtstelling zou te maken hebben met een politieke afrekening van de rechtse Roldán familie, de politieke rivalen van Lorca’s vader. Zij zouden het pro-Franco stadsbestuur overtuigd hebben om de dichter te arresteren en neer te schieten. Een lid van de Roldán clan, Benavides, maakte deel uit van het vuurpeleton. Eén van zijn neven stond model voor de schurk in Het huis van Bernardo Alba, waarin Lorca met opzet de rivaliserende Alba familie in het vizier nam. “Ze lagen in strijd met de vader en wreekten zich op de zoon.” aldus de historicus. (The Guardian)