Gepubliceerd op: zaterdag 28 mei 2011

Ironie, een gebruiksaanwijzing

Aan het slot van zijn column over de VertragingsApp voegt Komrij een blijkbaar onontbeerlijk geworden noot toe die we maar best ernstig nemen:

“Ik verklaar hierbij nadrukkelijk en let-ter-greep voor let-ter-greep dat ik de VertragingsApp een briljant idee vind. Vorige week schreef ik een klaagzang bij de encyclopedieverkoper en een lofzang op Wikipedia. ‘Ja, vroeger was alles beter,’ zuchtte in een reactie weer zo’n pienter tiep dat alles letterlijk neemt. De epidemie van het ‘letterlijk nemen’ zal nog een keer leiden tot moord en doodslag. Soms kunnen pientere types iets maar beter niet letterlijk nemen, denk aan de Koran en de Bijbel. ‘Een klaagzang bij de dood van de encyclopedieverkoper’ lezen als ‘een klaagzang bij de dood van de encyclopedieverkoper, maar niet heus’ – ‘t lijkt voor sommigen onmogelijk geworden op zo’n simpele manier te lezen. Een schrijver moet er zo langzamerhand de toon en de relativering en de context en de achterliggende bedoeling en het liefst ook nog de betekenis allemaal bij uitleggen. Voor veel internet-lezers lijkt een cursus ironie inmiddels een dringende vereiste. Nog één keertje dus – de Ver-tra-gings-App is een scho-ne zaak, en schenkt de men-sen veel ver-maak.”

Ironie, of beter de problematisch geworden ironie, is de laatste maanden aan de orde van de dag:

Bas Heijne op NRC :

“Als er ooit een geschiedenis van nieuw-rechts populisme wordt geschreven, dan mag daarin de grootste invloed niet ontbreken: Gerard Reve. De taal van de huidige politieke revolte is doordrenkt van reviaanse ironie – het half ironisch, half serieus sarren van die brave progressieve weldenkenden met hun humorloze bedilzucht en morele zelfgenoegzaamheid. „Ze moesten een brandende poppenwagen je kutwerk binnenrijden”, luidt de favoriete zin van veel revianen. Daar zit het allemaal in – die hyperbolische agressie die echte woede uitdrukt, maar tegelijk ook komische onmacht. De ironie van Reve, altijd maar half ironisch, heeft zich nu in het publieke domein genesteld. Theo van Gogh, die ‘de Goddelijke Kale’ Fortuyn mocht influisteren, was een groot Revefan. Martin Bosma vindt Reve de grootste schrijver. Het beste van GeenStijl druipt van reviaanse ironie.”

In een correspondentie tussen de oudere knarren Bernlef, Remco Campert en Theo Loevendie duikt de volgende bedenking op:

“Voor snelle feitelijke mededelingen is het ideaal, maar bij onderwerpen die onderhevig zijn aan meningen en gevoelens is het risico van verkeerd begrepen worden zeer groot. Je hoort de ‘toon’ niet en dat is vooral voor mij erg lastig omdat ik nogal eens dingen kan mailen die ik ironisch bedoel. Zo schreef ik Kees van Kooten onlangs dat ik een molotovcocktail bij De Bezige Bij naar binnen zou gooien (ik heb niets tegen de Bij, integendeel) maar dat is voor een Hagenaar misschien wel een erg agressief Amsterdams grapje.”

Naar aanleiding van een lezing van Claire Colebrook  in New York:Irony is over’  meldt Yra van Dijk op De Amsterdamse Lezing:

“Irony is over’, concludeerde Claire Colebrook gisteren een lezing in New York. De hippe Australische stelde dat de westerse filosofie en literatuur weliswaar altijd ironisch is geweest, maar dat daar nu een einde aan is gekomen. Zelfs de bodemloze postmoderne ironie, die niet meer verwees naar een achterliggende waarheid, was niet meer dan een teken van het einde van het ironische tijperk. “

 “Volgens een Deleuziaanse voorspelling gaan we een nieuw, onironisch maar eerder humerous tijdperk in. Humor, in tegenstelling tot ironie, suggereert een leven en een kracht die uitstijgt boven betekenissen.”

(zie ook dit bericht)

Over de auteur

Displaying 1 Comments
Have Your Say
  1. […] zij met u. Lees de Jackie-column op NRC. In dit bericht vind je ook een aantal statements rond het groeiend ironie-probleem op internet. Deel […]