Gepubliceerd op: maandag 4 april 2011

JJ’s geliefde…

…  heeft niets met poëzie-avondjes.  G – want zo heet JJ’s geliefde – mag best wel een versje smaken en liefst nog laat ze zich wat taalmuziekjes voorlezen door haar eigen JJ zo vlak voor het slapen gaan. Maar tussen een flardje Duinker meenemen naar dromenland of een poëzie-avond lang vechten tegen de slaap gaapt een kloof die met geen metafoor – hij mag nog van Herman de Coninck zijn – te overbruggen valt.  Wie schetst uw en JJ’s verbazing toen G instemde om hem te vergezellen naar de 5de Nacht van de Poëzie.  “Een nacht”, zo raadde ik haar gedachten, “dàt is pas de ware poëzie.  Voorleesavondjes is voor loosers in het proza-genre die zich, niet vanwege het heilig vuur, maar bij gebrek aan beter, in het smeden van pakkende regels bekwamen”.

De angst sloeg mij om het hart. Zou de chaos-theorie van poëzienachtgeleerde, Guido Lauwaert, wel werken, die tweede april in Vooruit? Hing de nostalgie van eerder legendarisch nachtwerk niet als een verlammend zwaard van Damocles boven het Socialistisch bastion te bengelen? En liepen de verwachtingen van een zotte, vrolijke ongeregelde nacht niet het gevaar dat alle verwachtingen lopen: namelijk dat ze nooit ingelost worden door de werkelijkheid.  Boeddha wist het al: alle ellende en verdriet op de wereld komt door onze verlangens en verwachtingen. De verbeelding, ze mogen zeggen wat ze willen, wint het altijd by far van de per definitie ontgoochelende realiteit. Voilà een cliché, zoals de anarchistische Nacht van de Poëzie vol seks, drugs en rock ’n roll, ondertussen alle kenmerken van het cliché heeft aangenomen.

Een nacht en een dag later luidde het verdict van G:  “Wat een ouderwetse en amateuristische nacht! Dat is niet meer van onze tijd.  Als je niet van de club bent gaan de grappen aan je voorbij en vooral: kunnen ze nu niet echt eens een degelijke muziekgroep uitnodigen. Waarom die ouwe rockers? en wie haalt het nu in zijn hoofd om anno 2011 op een poëziefestival met het tot op de draad versleten ‘Bananen’-lied te komen aandraven? Waarom niet Absynth Minded bijvoorbeeld, of de Bony King of nowhere of  de jonge supergetalenteerde jazzdrummer Lander Gyselinck. En de dichters hadden in het midden moeten staan. Een echt défilé had beter gewerkt.  Misschien moeten ze de organisatie eens aan iemand overlaten die niet uit de poëziewereld komt.  Stijn Meuris, ’t was bijna de enige professionele noot in het gezelschap (toegegeven Andy Fierens hadden we gemist wegens een cheeseburger die te lang op zich liet wachten in de Martino).”

Misschien is het geen slecht idee.  Een niet-poëet als volgende curator van de Nacht.  Mij zou het bijvoorbeeld benieuwen hoe iemand als  Jan Fabre met 50 dichters aan de slag gaat. Of Johan Simons.  Of Guy Cassiers.

Voor mij zal die 5de Nacht voor altijd de nacht blijven van:
Stefan Hertmans:  ijzersterk, relaxed, grappig en serieus, intellectueel en toch heel gewoon.
Lies Van Gasse:  meeslepend, multimediaal, niet bang voor een risico
Dirk Van Bastelaere: actueel, supercool en Beng! right in the face van de Poëzie.

… en Steven Grietens, een dichter zoals ze ze niet veel meer maken:  met het heilige vuur in de ogen overal heerlijk verloren lopen.

… en Michaël Vandebril, getalenteerd organisator en dichter die met een onvoorstelbaar naturel onder een historisch juk vandaan wist te kruipen.

Slaapt allen zacht. Leve de Nacht!

Over de auteur