Gepubliceerd op: woensdag 20 april 2011

Herman de Coninck en Zuid-Afrika

Herman de Coninck over Breytenbach:

“(…)  Zijn poëzie vind ik moeilijk, maar ik zou er eens beter mijn best op moeten doen. Zijn verslag Terugkeer naar het paradijs vind ik gedreven, soms zijn het overhaaste kladnotities, meestal is het buitengewoon knap. Het voordeel van Breytenbach is dat hij ook veel weet, en dat je tussen zijn erudiete verslaggeverij ineens een zin pure poëzie aantreft, waarna hij gelukkig weer tot de orde van de dag overgaat. Zo hoort poëzie te functioneren, in een prozatekst: ontregelend. Het proza regelt het dan wel verder. Zo lees je het verslag van de dood van iemands vader, heel accuraat, waarna de regels: ‘Wanneer een oude vrouw sterft is de wereld vol vlinders, wanneer de ogen van een oude man breken, worden de bomen donker.’ Waarna nieuwe alinea, andere levens, want er zijn er genoeg. De scrupuleloze commerçant bijvoorbeeld: ‘een vogel die schijt in alle bomen’. Breytenbach heeft het oog van de alerte politieke verslaggever, gecombineerd met de taalwijsheid van de Toearegs. In zijn inleiding schrijft hij in elk geval dat hij troost vindt bij gezegden als: ‘De dood is niet iets als thee-drinken.’

Ik heb een gedicht gemaakt, uitsluitend bestaande uit regels van Breytenbach – en van anderen  die hij citeert […]. Ik vind het een erg mooi Breytenbach-gedicht. Alleen heeft hij het nooit zo onder elkaar opgeschreven. En als je Afrika vervangt door Vlaanderen, zou ik er zelf wel voor willen tekenen […].”

Lees het volledige essay van Yves T’Sjoen op Versindaba.

Over de auteur