Gepubliceerd op: maandag 11 april 2011

Gruwez over ‘Dode kamer’ van Spinoy

“Spinoy bouwt de habitat van zijn kinderjaren opnieuw op. Een opsomming van flitsende beelden linkt de huiselijke ruimte die hij als kind ervaren heeft aan een afgebakende epoque: die van de late jaren zestig van de vorige eeuw. Niet dat de dichter dat tijdperk echt met zoveel woorden limiteert tot dat decennium, maar wel somt hij tal van zaken op die toen typisch waren, al was het soms niet meer voor lang: de bakelieten telefoon, bijvoorbeeld, het linoleum, de soms tergende populariteit van de diapositieven, de typmachine, de knikkerspelletjes, de stofjas, de parka en het terlenka textiel. Niet te vergeten ook: het ‘spierwit brood’. De jaren zestig waren in België het laatste volkorenvrije tijdperk.”

Lees verder op Versindaba. De jongste dichtbundel van Spinoy werd overigens al druk besproken. Zie hier voor een overzicht.

Over de auteur