Gepubliceerd op: maandag 18 april 2011

Grunberg, Bakker, Spero, Artaud, de Musset, van Adrichem,…

“What books would you recommend to a person who is learning Dutch? Besides your own books of course.”
“W.F. Hermans,” I answered. “His style is crisp.”
(Arnon Grunberg)

“Gisteravond zei Anne Enright tegen me dat ik heel beroemd ben in Ierland. Ik zei tegen haar dat zij in Nederland heel beroemd is.” (Gerbrand Bakker)

Nancy Spero Codex Artaud, 1971 Panel 6 (detail)  Typewriting collage, cut-out painting, metallic paint and ink on paper © Nancy Spero

Met The Artaud Paintings en vervolgens The Codex Artaud maakte Nancy Spero (1926-2009) een reeks rond het lijden en de opstanding van Antonin Artaud.  Dichter Clayton Eshleman schreef een uitvoerig essay over dit project op The Fiend Magazine.

*

“Naar aanleiding van het officiële verschijnen van David Foster Wallace‘ postume roman The Pale King is yang 08.4, met daarin een lijvige hommage aan de Amerikaanse auteur, een week lang te koop voor slechts 4 euro, inclusief verzendkosten.” (meer op nY)

*

Haar een fruitmand brengen

vandaag was ik ergens waar iemand me zei dat ik voortaan niet meer hoef te komen / ik zei dat ik er toch ook al niet graag kwam / dat sommigen er wel komen daar heb ik niks mee te maken / ik ging terug naar mijn huurflat en stoomde een vis / een vriend kwam langs en samen aten we de vis / toen we de vis op hadden zei hij dat hij sinds kort niet zo lekker in zijn vel zat / zijn werk kwijt / verder de trein naar het zuiden gemist om werk te zoeken / al dat werk kost je moeite en energie en vergalt je hele leven zei hij / dan (…)

Drie gedichten van Hsia Yü in een vertaling van Silvia Marijnissen op Raster.

*

Facebook-vertaalgroep in de maling genomen met reeds vertaald gedicht van Habakuk II de Balker.

*

Cryptische bespreking van Vis van Arnoud van Adrichem.

*

Roland Barthes, Mytologies (1957) gratis te downloaden.

*

“Daar hoort hij de nachtegaal. De merel spreekt hem toe: jij, jij bent gelukkig. Jij hebt alles: vrouw, kroost, zang, vrienden, geen kranten, de natuur. Hij beseft nu: ‘Ik heb ook gezongen, mijnheer, maar het was erbarmelijk. Ik heb woorden als Pruisische soldaten in het gelid gezet en ik heb flauwiteiten aan elkaar geregen, terwijl jij in de bossen was. Wat is het geheim?’ De nachtegaal antwoordt: niet wat jij noemt, maakt me gelukkig. ‘Ik ben verliefd op de roos, waarvan de Perzische dichter heeft verteld. Ik zing voor haar alle nachten mijn keel hees, maar ze slaapt en hoort me niet. Haar kelk is op dit uur gesloten; ze wiegt er een oude mestkever in — en morgenochtend, wanneer ik mijn bed weer opzoek, uitgeput van leed en vermoeienis, dan zal ze opengaan, opdat een bij haar hart verslinde!’”  Johan Velter  over ‘L’histoire d’un merle blanc’ van Alfred de Musset in zijn Merel-reeks.

Over de auteur