Gepubliceerd op: dinsdag 12 april 2011

Giacometti’s droom

Alberto Giacometti, Piazza.1948–49. Bronze

“Als kind (tussen 4 en 7 jaar) zag ik van de buitenwereld alleen de dingen waar ik plezier aan kon beleven. Dat waren vooral stenen en bomen, en zelden meer dan één ding tegelijk. Ik herinner me dat ik gedurende minstens twee zomers van mijn omgeving niets anders zag dan een grote steen op ongeveer 800 meter van het dorp – die steen en die voorwerpen die er direct mee in verband stonden.”

“Er bestond een tegenspraak tussen het affectief weergeven van wat me obsedeerde en de opeenvolging van de feiten die ik wilde vertellen. Ik bevond me tegenover een verwarde massa tijd, gebeurtenissen, plaatsen en gewaarwordingen. Ik trachtte een mogelijke oplossing te vinden. Ik probeerde eerst ieder feit met twee woorden aan te geven die ik in een verticale kolom op de pagina plaatste – dit leidde tot niets.”

“Ik probeerde ook ladenkastjes te tekenen die ik langzamerhand kon vullen, met de bedoeling op die manier alle feiten tegelijk op de pagina te plaatsen. Maar er ontstond verwarring in de tijd en ik deed een poging om het geheel chronologisch te situeren. Steeds stootte ik op die verticale vorm van het verhaal die me niet beviel. De tijd in mijn verhaal ging achterwaarts, van heden naar verleden, maar met omwegen en vertakkingen. In het eerste verhaal had ik bijvoorbeeld geen kans gezien de lunch met R.M. op zaterdagmiddag in te voegen, vóór het bezoek aan de dokter.”

“Plotseling had ik het gevoel dat alle gebeurtenissen tegelijk om mij heen stonden. De tijd werd horizontaal en circulair, was tijd en ruimte tegelijk, en ik probeerde dat te tekenen.”

Alberto Giacometti over een droom en een reis die alles veranderde.  Lees het volledige stuk op Raster.

Over de auteur