Gepubliceerd op: zaterdag 9 april 2011

Bakker, Lambrecht, Conceptual writing en Michaux

“ik vond Peter Gabriel een volksmenner, die zijn idee van goed doordrukte met een pompend ritme en bagpipes. En die knuist. Beangstigend vond ik het, versteend stond ik daar en koud kreeg ik het, ondanks mijn verbrande nek en armen. Ik zag mijn vrienden meedoen, en stond ernaast, verlangde terug naar Annie Lennox. Ik wist dat ik iemand was om verliefd te worden op een fout iemand, en ik wist ook dat dat niet erg was, juist door die liefde. Liefde is liefde. Goed is slecht. Slecht is goed. Ik wist dat ik het kon uitleggen en ik stak niet mijn knuist in de lucht. En vannacht moest ik er om huilen. Niet om Steve Biko, niet om Peter Gabriel. Maar om mezelf, bijna vierentwintig jaar geleden.”  Gerbrand Bakker was in Torhout-Werchter in 1987.

*

Op de Nacht van de Poëzie bracht jef Lambrecht het politieke  gedicht Libisch lamento. Helaas niet in de concertzaal maar in het café van Vooruit waar – behalve uw dienaar en nog een paar verdwaalden –  niemand was. Maar nu eerherstel: het gedicht is volledig te lezen op Knack.

*

“Met terugwerkende kracht verklaar ik nu deze Kronkel zelf tot een schoolvoorbeeld van Conceptual Writing en bovendien een subliem staaltje van Unoriginal Genius. Dit omdat de tekst via procedures tot stand is gekomen (zet een typemachine op straat en zie wat er gebeurt) en niemand zich als oorspronkelijke Auteur opwerpt (Kronkel presenteert wat Amsterdam anoniem schreef). Dat ik dit werk van de destijds zeer populaire Carmiggelt nu zo makkelijk literatuurhistorisch kan duiden, dank ik aan de recente publicatie van twee boeken, een studie van Marjorie Perloff en een bloemlezing van Kenneth Goldsmith en Craig Dworkin.”  Samuel Vriezen over een studie en een bloemlezing rond conceptual writing met plenty internetlinks (deReactor)

*

“In ‘Macht van de wil’ (uit La nuit remue) vertelt Michaux dat hij aan het begin van het jaar een druiper heeft opgelopen waar hij op dat moment, het is eind september, nog steeds last van heeft. ‘Gedreven door een onweerstaanbare impuls begon ik op een dag de vrouw bij wie ik de ontsteking had opgelopen, te herscheppen. Ik schiep haar vanaf het begin van onze ontmoeting en vergat geen moment, zelfs niet het onbeduidendste, van ons onderhoud en nadat ik alle fasen van de meest oprechte hartstocht had herhaald, bracht ik haar bij het moment waarop onze lichamen zich zouden verenigen en toen, precies op dat moment, gaf ik haar een schop, onverbiddelijk joeg ik haar uit bed, opende de deur en gooide haar op straat. Omdat de historische werkelijkheid de neiging heeft zich te herstellen, kwam de vrouw stukje bij beetje terug met alles wat nodig was om de scène zich normaal te laten afspelen. Maar ik bleef haar wegjagen. Zo worstelde ik veertien dagen lang en op de vijftiende, toen ze zag dat verzet nutteloos was en ze het beschamende tafereel beu werd, ging ze weg voordat ik haar een schop gaf. Diezelfde avond was ik genezen. De druiper stopte en kwam daarna nooit meer terug.’” vertaler Maarten van Buuren over de bizarre fantasieën van de surrealist Henri Michaux. (Raster)

*

Prozagedichten van Henri Michaux op Raster

Over de auteur