Gepubliceerd op: woensdag 30 maart 2011

Kader Abdollah – Duizend-en-een-nachtblindheid

“Ah, verleidelijk is het om je met je benen wijd over te geven aan de sappige geur-kleur-en-smaakporno van de betere migrantenliteratuur. Dat ik niet het enige poldermens ben dat zich erdoor laat narcotiseren bewijst het vlekkeloze verloop van Kader Abdollahs eregastschap op het boekenbal. Toen ik daar echter lang en goed naar de vreemdeling keek verdween even de fatamorgana (ik wijt het aan de ontnuchterende, stijlloze muziekmix). Het werd me duidelijk dat er eigenlijk maar één andere saaie oude zool is geweest die er zomaar mee wegkwam om in niet bijster aantrekkelijk Nederlands dikke boeken te schrijven waar helemaal niets om te lachen valt. Er is maar een andere megalomane maniak geweest die ermee wegkwam om die dikke boeken zonder schaamte vol te stoppen met lyriek die we hier rond 1880 ook al een beetje té vonden. Als het naar sandelhout ruikt, een mysterieuze harde G heeft, een tapijt op de bovenlip, en een charmant tikkeltje vrouwenhaat dan lust het beestje in ons er nog wel een hapje van. Een nieuwe Mulisch moest van ver komen.”  (Nina Polak over Kader Abdollah in Propria Cures)

Over de auteur