Gepubliceerd op: maandag 8 juli 2019

EI 165: marwin vos – je bent in het water…

 

je bent in het water wanneer je plotseling door veel handen tegelijk
wordt vastgegrepen je hebt ze niet zien aankomen je was aan het

dromen en zag juist de sterren die de zon maakt op het water wanneer
handen je onder water trekken je bent niet verlamd je vecht om los te

komen je doet alles tegelijk je trapt met je voeten om boven te komen
maar zo kun je je benen niet sluiten waar ze nu tussen grijpen

voorgoed wil je schrijven maar dat schrap je en in plaats daarvan roep
je het zwembad uit tot een van de hoofdplaatsen voor initiatie ook al wil

niemand dat horen of geloven het zwembad is fijn van de geur van zonneolie
vermengt zich lang bang idyllisch onverenigbaar met de mythe van

de rape door een vreemde op afgelegen plaatsen waarvoor iedereen je
waarschuwt wat onder water gebeurt kun je niet zien

het gaat niet om lust het is bedoeld om meisjes op hun plaats te houden

____
In de NRC van zaterdag 22 juni 2019 verscheen een indringend artikel over verkrachting, gebaseerd op woorden van de Amerikaans-Indiaanse schrijfster Sohaila Abdulali, zelf ooit als 17-jarig meisje slachtoffer van een groepsverkrachting. Die dag nam ik ook – toevalligerwijs – de nieuwste bundel van Marwin Vos (1962) het leven van sterren ter hand, een vertelbundel over ongewenste intimiteit geschreven in moderne dichtstijl. Abdulali en Vos komen beiden tot de bittere conclusie dat seksueel geweld een van de meest vernederende en verzwegen schendingen is van de integriteit van het menselijk lichaam.

Het gedicht van Vos is een echogedicht. Het refereert aan toenemende binnen- en buitenlandse berichtgeving over schaamteloze, seksuele agressie door groepen jongeren in zwembaden. De slachtoffers zijn meestal nog zeer jonge meisjes. Het gedicht kent geen expositio maar begint in media res. We vallen als lezer midden in een groepsaanranding.

Mooi maar tegelijk wreed klinkt de derde versregel die herinneringen oproept aan Lennaert Nijghs gevleugelde woorden “drijvend op het water met je vleugels van papier”. Hier, in dit gedicht, gaat het om een dromend meisje dat op het watervlak van een zwembad op een zonovergoten dag plotsklaps onder water wordt getrokken en ongewenst door gruizige handen wordt betast.

Vlerken zijn het, die zich in woest geweld, met misbaar en triomfantelijk geschreeuw aan haar verlustigen. Roep om hulp is tevergeefs; het verstomt in de kakofonie van geluiden. Haar worsteling in het gekrioel van springende, spattende en joelende lijven onttrekt zich aan ieders oog. Onder water strijdt het meisje haar tweevoudige strijd: tegen de verdrinkingsdood en tegen de lichamelijke schending. Onder water hebben ratten immers vrij spel! Overlevingsdrift is op dat moment sterker dan verzet tegen vuile handtastelijkheden. De dichteres zegt dat ook in de 3e strofe:

je doet alles tegelijk je trapt met je voeten om boven te komen
maar zo kun je je benen niet sluiten waar ze nu tussen grijpen

In v8 poneert de dichteres, als spreekbuis van het slachtoffer, de stelling dat het zwembad een van de entourages is waar ‘initiatie’ steeds meer voorkomt. Het woord initiatie is hier cynisch bedoeld. Het gaat niet om een plechtige inwijding in de wereld van volwassenheid maar om brute, gewetenloze aanranding en verkrachting. Altijd nog wordt de plek van seksueel geweld geassocieerd met donkere stegen, stinkende portieken of verlaten coupés. En niet in en rond zwembaden waar in zomergeur vrolijke kinderen, zonnende meisjes en spelevarende knapen zich vermaken. Dat gelooft niemand. Het tegendeel is evenwel waar, zoals blijkt uit v9-12:

niemand [ wil ] dat horen of geloven het zwembad is fijn van de geur van zonneolie
vermengt zich lang bang idyllisch onverenigbaar met de mythe van

de rape door een vreemde op afgelegen plaatsen waarvoor iedereen je
waarschuwt wat onder water gebeurt kun je niet zien

De twee versregels van de strofe hierboven waarschuwt meisjes zich niet alleen te begeven naar stille plekken die zich lenen voor ongezien, onopgemerkt seksueel vergrijp. Het lijkt erop alsof de dichteres met deze waarschuwing licht de spot drijft. Ze geeft die waarschuwing immers niet zelf. De waarschuwing wordt gegeven door anderen en staat in schril contrast met wat het meisje in het drukke zwembad overkomt.

De waarschuwing is eenzijdig en verre van volledig. Zij moet veel ruimer opgevat worden. Verkrachting vindt ook plaats rondom ons, onder onze neus maar we zien of merken het niet. We vangen de signalen niet op of maken er geen melding van.

De allerlaatste versregel is om diverse redenen belangrijk: ‘het gaat niet om lust het is bedoeld om meisjes op hun plaats te houden’.
Deze versregel zondert zich af van de rest van het gedicht door zijn cursieve vorm en geïsoleerde positie als eenregelige strofe. Ook is sprake van een objectivering en veralgemenisering. Het beschreven voorval in het gedicht wordt in deze laatste versregel ontdaan van zijn specifieke, situatiegebonden kenmerken en omstandigheden. De versregel is geabstraheerd tot de stelling dat meisjes hun plaats moeten kennen, zich moeten gedragen? Maar waarnaar?
Die vraag laat zich niet in een nutshell beantwoorden. Essentieel is echter dat verkrachting een met name mannelijk probleem is. Het gaat om mannen – vaak nog jongens – die ervoor kiezen te verkrachten. Religie, cultuur, land van herkomst en sociale klasse zijn factoren die op zulke momenten veelal wegvallen. Verkrachting is een persoonlijke, volstrekt abjecte keuze.
Geparafraseerd luiden de laatste woorden van het vers: gedragen meisjes en vrouwen zich niet, dan zal hun een lesje geleerd worden. Deze uitspraak vol dedain wordt belichaamd door jongeren die de onschuld van hun jeugd al vroeg hebben verloren en zich in groepsverband superieur achten. Met de inhoud van dit gedicht kaart de dichteres – terecht – een groot, onacceptabel fenomeen in onze samenleving aan.

Meer lezen?
https://www.nrc.nl/nieuws/2017/12/02/hoe-de-man-in-zijn-eigen-zwaard-viel-a1583413

https://www.lemonde.fr/idees/article/2017/10/30/olivia-gazale-il-faut-ouvrir-les-yeux-sur-la-realite-du-malaise-masculin_5207647_3232.html
____


 

het leven van sterren
marwin vos
Uitgeverij het balanseer
ISBN 9789079202584

 

 

 

 

 

Over de auteur

- rondde - na zijn onderwijzers- en lerarenopleiding Duits - zijn doctoraal studie Nederlandse taal- en letterkunde & Mediëvistiek af in Utrecht. Hij was onder meer onderwijzer, hoofd der school en leraar Nederlands aan een vwo-opleiding. Daarna was hij als afgestudeerd econoom langere tijd verbonden aan de Hogeschool voor Economische Studies in Amsterdam en de Business University Nyenrode in zowel economische als kwantitatieve vakken. Daarnaast is hij auteur en publicist.