Gepubliceerd op: zondag 9 juni 2019

R24: Hij die de Slaap sliep (begin)

 

Op de bodem van het bos zette een nieuwe ontwikkeling in. De groei had naar het scheen het gesteente definitief overweldigd. In zijn tientallen tangen en vangarmen genomen, het vergruisd. Alleen de hardste kern, de steenhopen van de katedraal en de arduinen stoeptreden, die vol barsten zaten waarin gele mierik en steenbreek woekerden, waren overgebleven. De rest was er niet meer. Was althans niet meer te zien geweest onder de dichte varen- en paddestoelvelden. De groei van het ranonkelbos had zoveel mogelijk stukgestoten in zijn vijzels en verdonkeremaand. Alle hout was humus geworden waaraan de wortels van het bos zich verzadigd hadden. Maar het bos had van het begin af aan het beschikbare voedsel niet genoeg gehad. De wortels waren gedwongen geweest om op hun beurt weer snel af te sterven,
zo zich opofferend teneinde de duistere groeidrift van nieuwe popelende spruitsels alzijds de weg te ontsluiten.
In blinde hongerige ekspansiezucht hadden telkens nieuwe wortellegers de grond ondergraven, ondermijnd en uitgeput, voor het merendeel afstervend onder de aandrang van wat volgde en zich eenvoudig als parasiet op het voorafgaande vastzette, het zijn krachten afzoog en tot mest verklaarde alvorens de diep gelegen zandlagen te bereiken, waar alle korrels door uiterst dunne watervliezen van elkaar gescheiden werden en drijvend gehouden – oase van osmose tussen vloeistoffen, korrels en
wortelvezels.
Dicht onder de oppervlakte van de door oude obstakels oneffen bosaarde hadden horden van blind neerwaarts vingerende bewortelingen de grond uitgehold, afgevreten, hem alle voedingskracht en vochten onttrokken. Waren hun pijlsnelle generaties met elkaar slaags geraakt, hadden de dunnere en wekere delen de gehardere en houtachtigere als boomaarde gebezigd.
Een alziend, groen en hanig geloken oog had de donkere onderaardse worsteling, die verliep op de trage weloverwogen bonkende slag van een in troebele schemers funktionerend doodkalm hart, zonder veel interesse gadegeslagen. En had verder geslapen.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.