Gepubliceerd op: zaterdag 18 mei 2019

R20: Tropische strijdwijze (einde)

 

‘Ik – ik – eh – ik ben ti-hi-himmerman’ bibberde de meelkleurige, ‘ik heb nog nooit een vlieg kwaad gedaan, meneer de generaal. Nog nooit. Iedereen zou dat kunnen getuigen. Maar die ellendelingen zijn allemaal gek geworden en door de duivel bezeten. Ze zitten allemaal in de bomen’.
‘Wat’ brulde de generaal, die nu zijn titel gevallen was zich rechtstreeks met de zaak meende te moeten gaan bemoeien, – totnogtoe had hij alleen glimlachend toegezien en voor zichzelf vele glorierijk verlopen verhoren uit zijn verleden geresumeerd. ‘In de bomen. Gek. Geklommen’ mekkerde de meelkleurige, ‘vraag het maar aan de pastoor. Pastoor, is het niet zo? Zijn ze niet allemaal van de duivel bezeten, zijn het niet allemaal kinderen des toorns geworden?’
Verwoed plukte hij aan de logge, op de grond liggende massa, die alleen nog over loze brokken lucht beschikte en die in diepe koncentratie naar buiten stortte.
‘Hoor je dat?’ zei de generaal tegen de officieren en tegen de officier die het verhoor geleid had in het bijzonder.
‘In de bomen’ mompelden de officieren, eerst elkaar aankijkend en daarna de generaal. Langzaam werden hun gezichten overstraald door een grote van heel diep komende vrolijkheid. Ze glommen van plezier.
‘In de bomen?’ brulde Papa Boem.
‘In de bomen?!’ brulden de officieren hem na.
‘In de bomen’ mekkerde de meelkleurige, op zijn knieën vallend en zijn handen opheffend naar het dak van het bos. Dat reeds wemelde van de nauwelijks opvallende maar voor de getreende ogen van de officieren en van Papa Boem maar al te goed zichtbare botten, die, bajonet tussen de tanden, stengun over de rug, van tak tot tak slopen en zich steeds hoger begaven, steeds hoger, tot ze mieren werden en uit het gezicht verdwenen.
‘Dan de bomen in!’ donderde Papa Boem, zijn stengun wegslingerend, die hem bij wat nu kwam teveel zou gehinderd hebben, en zijn bajonet tussen de lippen klemmend. Hij sloeg zijn arm om een stam en klom al, verwonderlijk behendig voor een man van zijn leeftijd.
‘Daar gaat ie jonges. Leve de botten. Ten aanval!’ riep hij met kracht.
De officieren droegen haastig een soldaat op de twee zojuist krijgsgevangen gemaakten te bewaken en volgden hun leider. De strijd ontbrandde opnieuw.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.