Gepubliceerd op: zondag 10 maart 2019

R11: Een spreektrompet met een uilebril (begin)

 

De straat was vol mensen. Ze hadden vanwege de warme broeierige lenteavond
stoelen en houten banken op de stoep voor hun huis gezet en waren daarop
neergestreken, de donkere mannen met als onderscheidingsteken een sigaret in hun
mondhoek, de bloemachtiger vrouwen met breiwerk op schoot. Niet
allen zaten. Sommigen stonden tegen de posten van hun geopende deuren geleund.
In twee bijna ononderbroken rommelige slagorden voor hun huizen opgesteld,
wachtend op iets waarvan het uitblijven hen reeds ongeduldig begon te maken waren
ze in heftige korzelige diskussies met elkaar gewikkeld geweest die zich niet beperkt
hadden tot bepaalde tot één rij behorende groepjes maar waarin ook voortdurend de
overkant was betrokken geworden. Over en weer waren scheldwoorden en harde
misprijzende uitroepen gevallen, die slechts langzaam verebden in de stilstaande,
windloze, met stof en avondvochten beladen atmosfeer.
Deze gedachtenwisseling, die geen ruzie was maar een gezamenlijke driftige
verbolgenheid op iets niet aanwezigs, was door het vrolijk geschreeuw van een troep
heen en weer hossende, elkaar achterna zittende kinderen slechts oppervlakkig
gehinderd. De redekavelende volwassenen schenen gaandeweg de aanwezigheid der
kinderen geheel vergeten te zijn geraakt, zodat deze, toch vaag zich bewust van de
opwinding van hun ouders, waarheen ze soms snel even terugzwierven, ongestoord
allerlei kattekwaad hadden kunnen uithalen. Er werd zelfs reeds met katapulten naar
straatlantarens gemikt.
Op het moment dat Evarist de straat binnenkwam hielden de redenaars die zich
het dichtst in zijn nabijheid bevonden abrupt op met spreken, zo abrupt dat hun mond
in een of andere willekeurige uitroep verstard bleef openhangen. Met witte dode
lantarenlichtgezichten waarin alleen hun grote ogen fonkelden namen ze hem op,
terwijl hij voorbij laveerde, en het opeens begonnen zwijgen zich in golven
voortplantte en met hem opschoof.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

 

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.