Gepubliceerd op: zondag 17 februari 2019

R8: Memento Putrefieri (begin)

 

Voor het eerst na een half jaar, of langer, dacht Evarist aan de Reuzin, en terwijl hij
daar, doelloos maar snel voortschuifelend, aan dacht kreeg hij zin om een bezoek te
brengen aan de lijkentuin waar men haar bijtijds en met dichtgeknepen neus in de
grond gepoot had, toen het witte vruchtsap haar reeds langs alle openingen ontwelde
en ze opzette in een ongekende, niet meer menselijke, alle orde en netheid aan zijn
laars lappende ergernis of stille eksplosie-achtige rijping tot helse vrolijkheid.
Zonder een bepaalde route te kiezen, geleid door een geheimzinnig en geheel
nieuw zintuig voor richting schoof hij, armzwaaiend en mompelend, welgemoed de
straten langs waarvan het plaveisel geëmailleerd was, bebakken met zonlicht.
Om hem heen was in een durende ontploffing de dag aan de gang. Wolken van
stof trilden in de zon. Voor alle woonhuisramen vloekten bloedrode geraniums wier
kans op een sinds oertijden nagestreefde ontplooiing verkeken was, en die tot
verdwergdheid gedoemd waren. In etalages van winkels en warenhuizen lagen hopen
van de meest ongelijksoortige voorwerpen dooreengesmeten, toch nog pogingen
doend om een zekere ordelijkheid te suggereren. Horden verkeerslichten lieten Evarist
ongehinderd passeren, steeds op het nippertje van rood naar flesgroen verspringend.
In glanzende veelkleurige knikkers veranderde auto’s ratelden en kletterden door alle
gleuven van de steenstad, nooit elkaar rakend want vanuit de verkeerstorenkamer
van een kleine jongen aan een zichtbare draad gehouden. Aan hun zadels
vastgegroeide, verhit schreeuwende, op de vlucht geslagen fietsers ranselden hun
rijdier met de voeten en legden hun flapperende zeiloren in de nek. Het geknetter
van scooters deed alle glaswerk hevig rinkelen. Agenten, vogelverschrikkers, stonden
op alle belangrijke kruispunten met gebaren van hout de enorme janboel te sussen
en weer op gang te helpen.

—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.

 

 

Over de auteur

Ranonkeljaar

- Het bijzondere boek Ranonkel verscheen in 1969. Het bestaat dus 50 jaar. Bovendien is de schrijver, Jacques Hamelink, in januari 80 jaar oud geworden. Alle reden om 2019 uit te roepen tot Ranonkeljaar. Iedere week behandelen we op ooteoote.nl een hoofdstuk.