R1: De reuzin op de houten troon (begin)
Evarist Schouwvagher, een kleine beweeglijke muisachtige man, gepensioneerd
brievenbesteller, had savonds als naar gewoonte de opvallend talrijke planten die de
vensterbanken van zijn huis vulden water gegeven en toen niets maar dan ook niets
bijzonders gemerkt. Hij had een paar verdorde bladeren weggeplukt hier en daar, in
de huiskamer het raam opengezet, zodat de planten volop de zoele sterkende
nachtlucht konden inademen en had daarna de slaap des gerusten geslapen, een slaap
die hem sedert de dood van zijn kijfachtige en gemelijke wederhelft na tweeënveertig
kinderloos gebleven huwelijksjaren sinds een half jaar ten deel gevallen was.
—-
Lees het volledige hoofdstuk online op dbnl.