EI 135: Bibi Dumon Tak – De wilde kameel
Wilde kamelenman, alleenstaand,
zkt. kennismaking met vr.
6 jr.
kinderen geen bezwr.
Sterk. Zeer trouw.
Flex. Kan tegen hitte (+50 °C.)
en extr. kou (-40 °C.)
Komt uit Mongolië, Gobi wstn.
Chinese uit Lop Nur geen probl.
Mag ook hele harem zijn.
Tam niet gewenst,
(want te veel vermenst).
Ben jij, of zijn jullie, de ware(n)?
Laat dan een boodschap achter in het zand.
We zijn nog maar met duizend,
het is zo stil en leeg hier
en mijn ♥ staat al te lang in brand.
___
‘De wilde kameel’ is één van de teksten in Laat een boodschap achter in het zand van Bibi Dumon Tak. Dit boek is zeker geen poëziebundel in de traditionele zin des woords. Het oogt als een prentenboek, geïllustreerd door Annemarie van Haeringen. Is ‘De wilde kameel’ wel een gedicht?
We zien geen strofe-indeling of regelmatig metrum. Op het eerste gezicht bevat het gedicht slechts incidenteel eindrijm, we komen daar nog uitgebreid op terug. Wel is duidelijk, dat het geen gewoon proza is. De regels zijn onregelmatig van lengte, de regeleindes zijn bewust door de schrijver aangebracht. Sinds rijm en metrum als vaste of verplichte ingrediënten van een gedicht zijn geschrapt, geldt dit als één van de laatste kenmerken van poëzie waar algemene overeenstemming over bestaat: dat de lengte van de versregel wordt bepaald door de dichter en niet door de drukker c.q. de breedte van de pagina en het gekozen lettertype.
In Laat een boodschap achter in het zand wordt in ieder geval woordkunst beoefend. Sommige teksten ogen als gedichten, maar er is een brede variatie aan vormen: verhalende gedichten, odes, een WhatsApp-gesprek, een ingezonden brief, een spreekbeurt, een wedstrijdverslag en –zoals hier– een contactadvertentie. Op het boek staat nergens vermeld dat het ‘gedichten’ betreft, en ook een leeftijdsaanduiding, die bij prentenboeken of jeugdliteratuur gebruikelijk is, bijv. 8+, ontbreekt.
Terug naar de tekst. Die is geschreven als een contactadvertentie. Los van de inhoud komt dit naar voren in het gebruik van afkortingen, die vaak gebruikt werden omdat per letter of per regel voor de advertentie betaald moest worden. De afkortingen maken het moeilijk om de tekst hardop voor te lezen. Visueel gezien rijmen v2, v3 en v4 op elkaar. Spreken we de woorden volledig uit, dan rijmen alleen v3 en v4 op elkaar, maar v2 rijmt dan wel weer op v5. Ook v6. en v7 “rijmen”, ze eindigen allebei op ‘°C’. We ervaren een binnenrijm tussen v5 en v7 (‘trouw’/’kou’), en ook tussen v10 en v13 (‘harem’/’ware(n)’). Wanneer we ‘wstn.’ voluit uitspreken, ontstaat rijm tussen v8 en v10. Er is een eindrijm bij v11 en v12, dat als zeer sterk overkomt door het neologisme ‘vermenst’. Feitelijk een afkorting van vermenselijkt, en door zijn beknoptheid uiterst krachtig. Het drukt de afkeer van de wilde ‘kamelenman’ van mensen uit, en misschien ook zijn geringe beheersing van de menselijke taal. Kortom, op het tweede gezicht zit er zeer veel rijm in ‘de wilde kameel’, meer dan in de andere evenhoevigen uit de bundel. Het is dan ook een liefdesgedicht. Aan het einde staat een sterk slotrijm: v17 rijmt op v13, eigenlijk het enige “gewone” rijm uit het gedicht.
Ik gebruik de term “slotrijm” voor het fenomeen dat optreedt, wanneer in een gedicht met weinig rijm de laatste regel wel rijmt op één van de vorige, waardoor het gedicht een duidelijk slotakkoord verkrijgt. Zoals in de laatste regels van Vos onder ijs van Ingmar Heytze:
Het is eenzaam. Aan deze kant.
Van het papier.
Het is zo eenzaam hier.
Regels waar ik bij de voorlaatste regel van dit gedicht, ‘het is zo stil en leeg hier’, sterk aan moest denken. Intertekstualiteit? Of meer een persoonlijke associatie?
Spelenderwijs komt de lezer een hoop te weten over deze evenhoevige. Er leven blijkbaar nog maar weinig wilde kamelen. De dieren houden zich niet aan onze grenzen. We kunnen ze vinden in het onvoorstelbaar grote en lege Mongolië, en ook net over de grens in China. Het gedicht gaat niet in op het verschil van dit dier met de ons bekende kameel, dat als lastdier in grote delen van Azië gebruikt wordt. Het ‘Tam niet gewenst’ suggereert dat de “tamme” kameel en de wilde kameel eenzelfde soort zijn, maar dat is feitelijk niet het geval. Dat zijn lijntjes die de nieuwsgierige lezer tegenwoordig makkelijk zelf op internet kan nazoeken. Wel komen we te weten, dat de wilde kameel onvoorstelbare temperatuurverschillen kan verdragen. Mogelijk leven jonge mannetjes solitair, blijkbaar zijn ze met zes jaar geslachtsrijp.
Leuk is ook de combinatie van ‘Zeer trouw’ en ‘Mag ook hele harem zijn’. En het ‘♥’ in de laatste regel is ook een mooie uitsmijter. Ik vrees, dat de komende jaren de emoticons onze poëzie zullen gaan bevolken, maar hier is het volledig op zijn plaats.
Met de zin ‘Laat dan een boodschap achter in het zand’ kunnen we heel veel kanten op. Niet voor niets heeft deze zin het tot titel van het boek geschopt. Een romantisch beeld. Zoals verliefde stelletjes aan het strand, die elkaars naam in het zand schrijven. Charles ♥ Camilla. De wilde kameel heeft natuurlijk geen stal met een brievenbus. De woestijn is zijn huis, dus laat de ‘boodschap’ maar “ergens” ‘achter in het zand’. Maar de ‘kamelenman’ kan natuurlijk niet lezen. Die ‘boodschap’ kan bestaan uit de voetsporen van de vrouwtjes, die natuurlijk snel een prooi van de wind worden. Of misschien liever uit hun uitwerpselen, een grote boodschap. Hè bah. Maar dat is waarschijnlijk wel hoe het gaat in de dierenwereld.
De jonge lezers krijgen een schitterende tekst voorgeschoteld, met een onwaarschijnlijke illustratie. En passant leren ze veel over de dierenwereld. En misschien ook over poëzie. Dat er eigenlijk geen regels zijn, maar dat een gedicht ook weer niet zomaar een in stukken gehakt tekstje is.
___
Laat een boodschap achter in het zand
Bibi Dumon Tak
met illustraties van Annemarie van Haeringen
Uitgeverij Querido
ISBN 9789021414423