Gepubliceerd op: vrijdag 12 oktober 2018

EI 116: Anouk Smies – Ze droomde dat ze van vlees was

 

’s Nachts droomt de vrouw
van de Malediven
Roggen spoelen er als feiten aan

Het strand is wit genoeg
voor een slecht gehoor

Ze gaat systematisch op de plek
naast haar lichaam liggen
terwijl ze de kop van de realiteit afbijt

Zelfs het tederste licht is een carnivoor

 
___
Als we dromen, of in het algemeen onze verbeelding de vrije loop laten, kunnen we dingen bedenken die niet “echt” zijn. We kunnen ze ons voorstellen, we kunnen ze beschrijven. Maar altijd, echt altijd, bestaat het grootste deel van die voorstelling uit elementen die we kennen uit “de echte wereld”.

Dus wat betekent het dat ‘Ze droomde dat ze van vlees was’? Dat ‘ze’ normaal niet ‘van vlees’ is, maar in haar droom wel? Of dat ‘ze’, net als in het “echt” ook in haar droom ‘van vlees was’? Duidt het op een gebrek aan fantasie?

De eerste strofe zet meteen in op de relatie tussen fantasie en werkelijkheid. Er is een ‘vrouw’ die ‘droomt’. Ze droomt over ‘de Malediven’. En ‘de Malediven’ bestaan echt, zijn een exotische vakantiebestemming, met name polulair bij duikers. De droom gaat hier dus niet zozeer over dingen die niet “echt” bestaan, maar vooral over ontsnappen aan de alledaagsheid. Ontsnappen aan de werkelijkheid lukt niet, want ‘Roggen spoelen er als feiten aan’.

We kunnen ons wel afvragen hoe we die ‘feiten’ te weten komen. Waarneming speelt daarbij een belangrijke rol. Maar hoe de zintuigen werken is niet zo eenvoudig als het op het eerste gezicht lijkt. De tweede strofe kent een visuele waarneming waaruit blijkt dat het ‘strand’ ‘wit’ is. Dat is het plaatje dat we kennen van de advertenties voor exotische bestemmingen: een stralend wit strand, een strakke blauwe zee. Als je “echt” op dat strand bent, ruik je ook de zee, hoor je de golven, hoor je andere mensen om je heen. Maar wat betekent het dat het ‘strand (…) wit genoeg [is] / voor een slecht gehoor’? Is het strand zo wit dat je er vanzelf een slecht gehoor van krijgt? Of is het zo wit dat je best een slecht gehoor kan hebben, dat auditieve waarneming eigenlijk niet nodig is? Of is het niet “echt”, kent ‘de vrouw’ ‘de Malediven’ alleen van de plaatjes en is ze er nooit geweest en ‘droomt’ ze er alleen over? Of is het ‘wit’van het ‘strand’ zo overdonderend dat het alle andere zintuigen overweldigt?
Om de relatie tussen de zintuigen nog wat complexer te maken, begint het gedicht hier met klankovereenkomsten middels het binnenrijm ‘voor’-‘gehoor’.

Die klankovereenkomsten gaan door in de derde strofe en zijn het sterkste in de versregel ‘naast haar lichaam liggen’. Daarin speelt het woord ‘lichaam’ mee in zowel de langgerekte aa-klanken aan het begin als in de alliteratie aan het einde van de versregel. Is dat ‘lichaam’ ‘van vlees’? Beschrijft dit een spirituele ervaring tijdens het zonnebaden? Die optreedt in een droom? Een buiten-je-lichaam-treden? Of is de ‘ze’ niet ‘van vlees’ zoals de titel suggereert en zelfs als ‘de vrouw’ droomt dat ze ‘van vlees’ is, weet ze niet hoe snel ze zich moet voorstellen om ‘naast haar lichaam’ te gaan liggen.
De meeste mensen hebben het gevoel dat ze niet (volledig) samenvallen met hun lichaam. Ook over gedichten zeggen we dat ze meer zijn (betekenis, klank, opmaak) dan hun talige lichaam.

‘Zelfs het tederste licht is een carnivoor’ besluit het gedicht. Slaat dat op het zonnebaden en het niet-samenvallen met het ‘lichaam’? Of slaat het op het begin van het gedicht, waaruit we leren dat het nacht is. En ‘zelfs het tederste’ ochtendlicht kan de dromer wakker maken, de droom eindigen, en de ‘ze’ terug doen keren naar haar normale staat, waarin ze niet ‘van vlees’ is.

En zo komen we weer bij de titel. Want het gedicht staat in de tegenwoordige tijd. Maar waar in de laatste versregel de droom bijna ten einde is, is die in de titel helemaal afgelopen. De titel staat immers in de onvoltooid verleden tijd. Tenminste, als de ‘ze’ uit de titel dezelfde is als ‘de vrouw’ in de rest van het gedicht. En als het ‘droomde’ uit de titel slaat op dezelfde droom als die ‘de vrouw’ ‘droomt’.
Misschien heeft de vrouw eerst gedroomd ‘dat ze van vlees was’ en droomt ze nu ‘van de Malediven’. Misschien is het dezelfde droom en is de titel er later boven gezet. Misschien was de droom uit de titel de inspiratie voor het gedicht.

Het gedicht speelt met wat we in taal kunnen beschrijven en voorstellen. Dat maakt het niet gemakkelijk, maar wel rijk.
___
 


Onbeschoft zo wit
Anouk Smies
Uitgeverij Opwenteling
ISBN 9789063381653

 

In deze bundel staat ook het gedicht De mens zou de mens niet zijn dat eerder in onze Lage Landen reeks verscheen.

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.