Gepubliceerd op: maandag 9 april 2018

EI 95: Dean Bowen – .de con struct

 

bewegingloos de giganten langs
waar de aangezichten
zich verlengen in
elkaar; cascading
oostwaarts zolang deze zware adem blaast

een diaspora beweegt and on your
right hand side you’ll find
Chinatown

linksaf. wat de benen moeten
tegenwerken nous sommes

and all het analoge is

romantic ideology. nous sommes

delicate stugheid, die een hedendaags herscheppen
van onze gedeelde etymologie
behoeven

unheimlich, we are

alles wat steden staande houdt
in de riten van five-fingered gods

herders van origami

mensonges, verpakt in seasonal
cadeaupapier. we tend not to dabble in
alchemy nowadays. ongemakkelijk als particulars
of politics nous sommes
de lichamen. mag even alleen dat

we ontvellen ons gemeenschapsgoed,

un grand échec, zijn wij

 
___
De titel verwijst natuurlijk naar de deconstructie van Derrida, een methode om de tekortkomingen van het binaire denken bloot te leggen. Door spaties tussen de lettergrepen te gebruiken, wordt het woord letterlijk uit elkaar gemonteerd, en richt daarmee de aandacht op de letterlijke betekenis van de term “deconstructie”. Tegelijk wordt het door de spaties in combinatie met de meertaligheid van het gedicht mogelijk om de lettergrepen als afzonderlijke woorden te lezen: ‘de’ als Nederlands lidwoord, ‘con’ als Spaans voorzetsel en ‘struct’ als een term uit een programmeertaal. Maar ook is er de vraag of de titel Nederlands of Engels is. Een “construct” is een Nederlands woord, dus waarom zou de dichterlijke vrijheid niet het zelfstandige naamwoord ‘deconstruct’ toelaten, bijvoorbeeld om een gedicht aan te duiden? Maar het is ook een Engels werkwoord, een gebiedende wijs.

Een punt gebruiken we normaal gesproken om een grammaticale zin af te sluiten. Hier begint de titel ermee, alsof de rest van de titel uit die punt voortkomt. Tegelijk sluit het ook iets af, zoals de punt als leesteken nou eenmaal doet. Alleen valt wat er wordt afgesloten nu buiten het gedicht. Elk einde is een nieuw begin. De punt verzorgt zo de overgang naar een leeservaring.

En wat een leeservaring is dit gedicht. Engels, Duits, Frans, Nederlands. Europese talen door elkaar als ‘een hedendaags herscheppen van onze gedeelde etymologie’. Het gedicht is zo inclusief, doorbreekt het wij-en-zij denken. Vanuit de Europese talen en de Westerse traditie kijkt het gedicht naar het Oosten: ‘oostwaarts’ (v5), ‘Chinatown’ (v8), ‘origami’ (v19).
Het collectieve staat voorop. Niet voor niets wordt het wij-zijn benadrukt: drie keer in het Frans (v10, v12, v23), één keer in het Engels (v16) en helemaal als laatste woorden in het Nederlands.

Dit laatste kan ook als vraag gelezen worden. Want een utopisch gedicht is het allerminst. Het is maar de vraag of we genoeg gedeelde collectiviteit overhouden nadat we ‘ons gemeenschapsgoed’ ‘ontvellen’. Hebben we eigenlijk wel een gezamenlijke culturele basis, of delen we alleen de biologie, ‘de lichamen’, ‘mag even alleen dat’.

Het gedicht legt vanaf het begin de nadruk op zijn eigen taligheid. We kunnen hier dus ook een link leggen naar het talige lichaam van het gedicht. Maar ook hier trekt het gedicht ons ‘ongemakkelijk’ in ‘politics’. De Europese talen die over de hele wereld verspreid zijn, verbonden met vele ‘diaspora’ die allemaal grote gevolgen hebben gehad. Bijvoorbeeld segregatie waarvan ‘Chinatown’ maar een mild voorbeeld is.

Nee, het ‘nous sommes’ is geen utopisch antwoord op ‘je suis Charlie’. Eerder het failliet van de Verlichting, ‘un grand échec’.

‘unheimlich, we are’

___
 

Bokman
Dean Bowen
Uitgeverij Jurgen Maas
ISBN 9789491921452

 

 

 

 

 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.