ZK,KZ: Moya De Feyter – Gevecht met roodborstje
ze zegt dat mijn lippen naar vingers zoeken omdat ze nu pas beseffen
hoe zeer ze het duimzuigen hebben gemist
ik zeg ik heb geen suiker voor je
al het water heb ik opgedronken toen ik boos op je was
maar wil je alsjeblieft mijn borsten in je handen nemen
we kruipen van glimlach naar glimlach
zuigen op vochtige veren, van wie, er is te veel van ons
regelmatig vallen er sterren en nog is er te weinig
om van te houden, we wilden uitgestrekt
raakten samengeperst
de vrede staat al zo lang onaangeroerd op tafel
ze kijkt me wijd open aan, zegt dat het niet de bedoeling was
wat niet de bedoeling, waarna we kapotgeklutste eieren baren
om de kringloop van het leven te bekrachtigen
er groeit hier al genoeg, blijf toch klein, roep
niet te hard, wat helpt het zo gulzig
aan zoutvelden te likken
om te voelen
om te voelen