Gepubliceerd op: zaterdag 15 juli 2017

Recente Poëzierecensies – juli 2017 (1)

 

  •  
  • “De woorden verspringen in wisselend formaat over de pagina, met zwarte woordbalken ertussen. Maakt dat het gedicht spannend? Als deze vormexperimenten in de bundel toen het moest iets suggereren, is het dat Hamel moeite heeft met hoe woorden op een pagina moeten staan. In de gedichten die rustiger ogen, lijkt de enige reden voor het afbreken van regels dat ze rustiger ogen.
    Ik lees de woorden ‘pijn’ en ‘paniek’ en dat deze aan elkaar zijn verbonden, terwijl ze op de pagina uit elkaar vallen. Ik zie herhaling en een uitbundige verzameling kleine variaties. Maar Hamel maakt pijn daarmee nog niet invoelbaar of inzichtelijk.” Aldus de Volkskrant over de nieuwste bundel van Micha Hamel.
  • Mappa Libri recenseert Wassende stad. “Tegenover de lineaire metafoor van de mogelijke verbinding (cf. rand, lijn, draad, spoor) staat die van het circulaire in al zijn vormen. Gaat het om een beeld van inclusie, van sociale cohesie of om de suggestie dat de (stedelijke) werkelijkheid een kluwen is? In de Istanbulgedichten maar ook in de overige stadsgedichten zijn verwijzingen naar ronde of open vormen niet van de lucht (cf. koepel, bal, zon, appel, web, cirkel).
    Of zij het optimistische alternatief zijn voor de strakke lijn, is wellicht een kwestie van interpretatie, maar dat de ronde lijn mooi zou kunnen harmoniëren met wat ‘het warme zomp / van de baarmoeder’ heet in het Bruggegedicht ‘kanten stad’, lijkt me een aantrekkelijke gedachte. Welke stad Lies Van Gasse ook heeft aangestoken tot het schrijven van deze gedichten, alle verschijningsvormen vertolken het universele ‘stratenplan’ van een ‘tollende stad’.”
  • “Soms dreigt bij Benders de overdaad; wat in zijn eerdere bundels vaker het geval was. Naast de rijkdom aan associaties, neologismen, vergeten woorden en onverwachte woordcombinaties gebruikt Benders wel erg vaak metaforen in de vorm “de tafel van geluk”. Pak een zelfstandig naamwoord, zet er ‘van’ achter en dan een ander zelfstandig naamwoord, en je hebt een metafoor.
    (…)
    Als je de gedichten van Benders ergens snel aan kunt herkennen, zijn het de neologismen en deze van-constructies. Maar de beelden zijn vrijwel altijd verrassend en raak. Als het alleen dit soort metaforen was dat de taligheid van deze gedichten bepaalde, zou het storen, maar de taal is in veel opzichten rijk, waardoor er een evenwicht is.”
    Alexis de Roode bespreekt Nachtefteling van Martijn Benders.
  • Meander bespreekt Ik is niet 1, een bundel met gedichten van de deelnemers aan het afgelopen Poetry International festival, beeldende kunst en essays over ‘het ik’.
  • “De bundel Verse helden geeft kriskras lezend zijn geheimen geleidelijk prijs: de grote die je het eerst ziet en herkent, daarna is het zoeken naar de kleine verborgenheden. Die zijn er volop, maar een aantal blijft in eerste instantie onzichtbaar. Ik blijf zoeken en lezen, geef het niet op” schrijft Meander in een recensie over de nieuwste bundel van Gerry van der Linden.
  • Cutting Edge schrijft over de bundel die Anna Enquist samenstelde en inleidde. “Wie ‘van woorden gemaakt‘ uit heeft, zal Gerrit Kouwenaar niet langer meer als afstandelijk of hermetisch beschouwen, maar wel als een dichter in wiens gezelschap het aangenaam vertoeven is. Al was het maar omdat hij in vrijwel elk gedicht de liefde zo meesterlijk heeft binnen gehaald.”
  • “Alles draait om kijken in Reints’ zesde bundel. Hij volgt met de wildcamera die zijn hoofd is zichzelf en zijn omgeving. Werkelijkheid en verbeelding, waarneming en interpretatie lopen daarbij vloeiend in elkaar over. Vertekening van de waarneming levert een bijzondere wereld op”, zegt de Volkskrant over de jongste bundel van Martin Reints.
  • Mappa Libri recenseert ik hier jij daar en karakteriseert treffend de stijl van zowel Ghayath Almadhoun als Anne Vegter:
    “Vormelijk zijn Almadhoun en Vegter elk hun eigen soort van dichter. Almadhoun schrijft in een metrumloos poëtisch proza, een radicaal vrij vers dat zich afzet tegen de klassieke Arabische poëzievormen. Zijn volzinnen volgen associatieve paden in plaats van structurele.
    (…)
    Vegter kiest evenzo voor vrijheid, maar dan in afgemeten versregels. Net als Almadhoun kiest Vegter associatieve paden. Daarop hinkelt ze van de ene gedachte naar de volgende. Het spel lijkt onschuldig tot je als lezer uitkomt waar Vegter je wil hebben: met je neus op wat je liever wilde ontlopen.”
  • Meander bespreekt Leesjongen, de verzamelde gedichten van Wiel Kusters. “Het is een buitengewoon persoonlijke bundel, met veel aandacht voor zijn afkomst: de mijnstreek, familie, vrienden en literaire voorbeelden. Hoewel op de flaptekst gezinspeeld wordt op de poëzie van de Vijftigers doet het werk van Kusters traditioneel aan. Vaste vormen en vrije verzen wisselen elkaar af, maar de toon blijft rustig, bedachtzaam.”
  • Yolanda Bloemen vertaalde een selectie van gedichten van Pier Paolo Pasolini. Mappa Libri schrijft over deze bundel die De nachtegaal van de Katholieke Kerk is gaan heten: “Vertaalster Bloemen zegt van de vertaalde gedichten dat ze ‘zeer gevarieerd’ zijn ‘van vorm, toon en inhoud’. In hun volgorde is een ontwikkeling te zien van het archaïsche, mythische karakter van de eerste gedichten naar de heftigheid van de moderniteit in de latere gedichten.
    Binnen deze ontwikkeling zijn verbindende elementen te herkennen die in het nawoord van cultuurhistoricus Floris Meens als volgt worden aangeduid: de autobiografische cohesie van een bildungsroman, het Katholieke geloof en de Marxistische leer (…), het erotiseren van het geloof dat overeenkomsten vertoont met het literaire oeuvre van Gerard Reve.”
  • “De gedichten geven zich niet altijd op het eerste gezicht prijs, maar wie nog eens leest, ziet dat er veel meer staat dan zo op het eerste oog gedacht was. De bundel vraagt aandacht en bereidheid tot overdenking, het zijn verstilde gedichten, niet over grote onderwerpen, maar die aan de hand van kleine dingen tot bezinning leiden.” Aldus eindigt de recensie op Literair Nederland over Herfsttijloos, de achtste bundel van T. van Deel.
  • Omdat Monika Rinck deze maand in Nederland optreedt, heeft Tzum haar bundel die enkele jaren geleden door Miek Zwamborn werd vertaald weer eens opgepakt. “Honingprotocollen bestaat uit tientallen gedichten die veelal op elkaar lijken qua stijl en vorm, maar enorm verschillen qua beeldspraak, coherentie, inhoud, ritme en taalgebruik. Het zijn verzen die in een lange strofe uitwaaieren over de pagina, ogenschijnlijk willekeurig opgebouwd uit losse woorden, korte zinnen of ellenlange constructies die over meerdere regels doorlopen. Wegens de vertaling is de klankherhaling moeilijk vast te stellen, maar ook in de Duitse versie lijkt deze weinig prominent te zijn. De thema’s die ze behandelt in haar warrige verzen zijn veelal filosofisch of linguïstisch van aard”.
  • “Het is dan ook niet verwonderlijk dat de lang aangekondigde dood van Rogi Wieg menig vers teweeg heeft gebracht. Die gedichten zijn verzameld door Wiegs uitgeverij In de Knipscheer en gebundeld in de bloemlezing In de kring van menselijke warmte. Hommage aan Rogi Wieg (1962 – 2015). Op de 154 bladzijden staan 107 gedichten van 100 dichters, gesorteerd op de alfabetische volgorde van hun voornaam”. Dixit Meander.

Over de auteur