Gepubliceerd op: maandag 21 november 2016

EI14: Saskia Stehouwer – achter de waterval

 

begin achter een struik in de tuin
kijk steeds verder het donker in

de kracht die de dag van de nacht scheidt
de kracht die slaapt maar op wil staan
de kracht die de golven naar zich toetrekt
om de nacht te verlichten

ons oude zonlicht oogsten
onze olie gebruiken
als we eigenlijk willen slapen

iemand is een sterrenstelsel
iemand heeft geen goede avond
iemand is een zwart gat

als je het ons vraagt op de verkeerde dag zeggen we ja

wees alert op verwarde mensen
teken een cirkel rond een lijk
blijf drie dagen kijken
tot het evenwicht terugkeert

het gaat niet over jou
maar leg dat jezelf maar eens uit

 
___
Een waterval ontstaat als het water min of meer verticaal naar beneden valt. Vaak verliest het daarbij het contact met de ondergrond waarop het stroomde en staat er een ruimte achter de waterval. Het water van de waterval werkt als een soort sluier die ervoor zorgt dat we wel iets kunnen zien van die ruimte, maar niet heel duidelijk. Dat prikkelt de fantasie. We scheppen in onze verbeelding een andere wereld achter de waterval. Dit komt in het gedicht tot uiting in de zoektocht ‘steeds verder het donker in’, tot buiten de aardse atmosfeer, een ‘sterrenstelsel’ en daarna een ‘zwart gat’, dat we ons voorstellen als een doorgang naar een andere wereld. Op een ander niveau gelezen is de ‘waterval’ de woorden van het gedicht waarachter we eveneens een andere wereld vermoeden. Heel veel aanleiding voor een metapoëtische lezing geeft dit gedicht overigens niet, behalve een sterk zelfbewustzijn door te beginnen met het woord ‘begin’ en te eindigen met het woord ‘uit’.

Het woord ‘waterval’ is vooral ook een samentrekking van het woord ‘water’ en het woord ‘val’. Het water komt in het gedicht voor als de ‘golven’ in de tweede strofe. Die strofe roept de maan op als element dat een rol speelt bij de cyclische verschijnselen dag en nacht, waken en slapen, en eb en vloed. Het cyclische vinden we – buiten de herhalingen van woorden aan het begin van de versregel in strofes 2,3 en 4 – ook in het gedicht in de één na laatste strofe, waarin ‘het evenwicht terugkeert’. Die strofe benadrukt andere aspecten van de maan, zoals de relatie die traditioneel verondersteld wordt met ‘verwarde mensen’, de ‘cirkel’ die (grofweg) de vorm is van aarde, zon en maan. Mogelijk slaan de ‘drie dagen’ op de tijd dat we de maan niet aan de hemel zien staan. We kunnen hier, zeker door de combinatie met ‘lijk’ en ‘terugkeer’, ook denken aan de Wederopstanding.

De derde strofe heeft het over ‘zonlicht oogsten’ en dat is een prachtige omschrijving van het opwekken van zonne-energie. Het vers erna heeft het over ‘olie gebruiken’ en zo beschrijft deze strofe in een notendop het energieprobleem. De strofe ervoor had het al herhaaldelijk over ‘kracht’, en laten we niet vergeten dat ook stromend water -al dan niet als het valt- gebruikt kan worden om energie op te wekken.
De strofe vertelt ons verder dat het ‘olie gebruiken’ gebeurt ‘als we eigenlijk willen slapen’ en is zo een commentaar op de 24-uurs economie.
Tegelijk gaat het in deze strofe ook weer over de maan: het ‘oude zonlicht oogsten’ kan ook gaan over het ‘hergebruik’ van het licht van de zon door de maan via reflectie. (Overigens refereert het ook aan het cyclische proces van zaaien en oogsten.) De maan is hier de boosdoener: door licht te geven zorgt hij ervoor dat ‘we’ niet kunnen slapen. In de eenvoudigste interpretatie gaat dit gedicht over iemand die niet kan slapen en op enigszins ‘verwarde’ manier de maan toespreekt.

Er steekt een opvallend lange éénregelige strofe uit het gedicht: ‘als je het ons vraagt op de verkeerde dag zeggen we ja’. Blijkbaar gaat het hier over iets waarop we ‘eigenlijk’ nee zouden moeten zeggen. Dit is een ‘val’ in de zin van een hinderlaag. We moeten volgens het vers erna dan ook ‘alert’ zijn. Gaat het hier over de huis-aan-huis bezoekers om ons over te halen naar een energieleverancier te gaan? Maar we kunnen het ook heel anders lezen: ‘je’ is de lezer en ‘we’ zijn de woorden van het gedicht, die ‘ja’ zeggen op alles wat je vraagt, m.a.w. waarin je alles kunt lezen wat je wilt ‘op de verkeerde dag’. Die laatste term contrasteert met de ‘goede dag’ in de strofe ervoor, maar daar stond dan ook een ontkenning voor. Tegelijk wijst de term vooruit naar ‘terugkeert’ in de strofe erna. Het kan immers verkeeren.
De teneur van het gedicht is zo duister en onheilspellend. Het stelt een situatie voor die ‘donker’ is, en ‘nacht’, een ‘zwart gat’, een bodemloze put waarin alles verdwijnt wat te dicht in de buurt komt, er zijn ‘verwarde mensen’, en daarna een ‘lijk’.
We trappen in de val.

En zo is de laatste strofe de perfecte conclusie: ‘het gaat niet over jou’. Het gaat over veel meer dan alleen jou. Besef je nietigheid als mens op kosmische schaal. Besef je nietigheid als enkeling binnen het energievraagstuk. Besef de nietigheid van jouw persoonlijke fantasie van wat er ‘achter de waterval’ ligt. Besef je nietigheid als lezer, schrijver, spreker en luisteraar binnen de taal als sociale constructie. Het gaat over veel meer dan alleen jouzelf.
Maar juist dat ‘het niet over jou’ gaat, dat moet je jezelf maar eens goed uitleggen. En in die zin gaat het heel erg over jou. Je bent overal maar een nietig deeltje van, maar je bent toch maar mooi overal onderdeel van.
___


Vrije uitloop
Saskia Stehouwer
Uitgeverij Marmer
€ 15,00
ISBN 9789460683510

 
 
 
 
 
 
 
 

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.