Gepubliceerd op: dinsdag 2 augustus 2016

Recente Poëzierecensies – juli 2016 (2)

 
benefiet-vader

  •  
  • “Wat deze poëzie bijzonder maakt is behalve het buitengewoon soepele taalgebruik, de bijna speels lichte toon. Het onthutsende drama dat Yella ons voorschotelt zou zich uitstekend voor kitsch lenen, maar daar is dankzij deze kwaliteiten geen sprake van.” Meander Magazine is positief over Vader. Een lamento, de tweede bundel van Yella Arnouts, maar waarschuwt ook: “Wie aan deze bundel begint krijgt geen gelegenheid even gerieflijk achterover te leunen”.
  • De Reactor sluit zich aan bij de eerdere positieve recensies van Olijven moet je leren lezen, de inspirerende cursus poëzie lezen van Ellen Deckwitz. Ook Passionate Platform neemt een positieve houding aan: “In combinatie met Deckwitz’ tips vormen de tekeningen van Jenna Arts misschien zelfs wel de beste manier om met het lezen van poëzie te beginnen.”
  • Meander Magazine bespreekt Als niets, een ‘poëzienovelle’ van Arjen van der Linden: “Of deze bundel een echt nieuw genre oplevert, weet ik niet; ik herken wel iets van deze tijd: snelle poëzie die ‘performed’ wordt, snelle reacties, weinig uitgewerkt, soms fel reagerend op de actualiteit, meer aandacht voor emoties dan voor de vorm, een op ‘entertainment’ gerichte muziek- en tekstindustrie die singer/songwriters oplevert en emotionele bakfietsdichters en –dichteressen.”
  • In een korte maar rake recensie over Wijk concludeert Tzum: Jonathan Griffioen “weet een eigen geluid te maken van het citeren van jongeren die normaliter gedichten haten.”
  • “Het is verleidelijk om ‘Wonderbaarlijk’ te definiëren, bijvoorbeeld als de muze van de dichter, als zijn beschermengel of als zijn ziel. In de loop van de 45 gedichten neemt ‘Wonderbaarlijk’ echter wisselende gestalten aan, deels samenhangend met het ouder worden van de ik-persoon. Ook verzetten de gedichten zelf zich tegen een al te sluitende definiëring” schrijft Meander Magazine over Wonderbaarlijk buigt zich over water, de nieuwste bundel van Toon Tellegen over een vrouw genaamd ‘Wonderbaarlijk’.
  • “De heterogene structuur van het gedicht, een nevenschikking van overpeinzingen over de dood, flarden van gesprekken, van soldatenliederen en marsmuziek, gecodeerde orders, een natuurbeschrijving en een korte schets van de inrichting van de loopgraven, doet denken aan de kubistische collages die kort voor de oorlog opgang maakten in Parijs en die Apollinaire zelf in zijn kunstkritieken had aangeprezen. Samen met verwijzingen naar het steeds terugkerende, oorverdovende lawaai van de explosies, verlenen twee ‘refreinen’ een zekere structuur aan het gedicht.” staat in een uitgebreid en boeiend essay op Liter over leven en (oorlogs)poëzie van Guillaume Apollinaire in het algemeen en het gedicht Du coton dans les oreilles in het bijzonder.
  • Klecks beschouwt Meer mensen dan reddingsvesten, de vorig jaar verschenen vierde bundel van Willem Thies.
  • De NRC bespreekt een bundel die Michel Faber grotendeels schreef naar aanleiding van het overlijden van zijn vrouw: “Zo bedachtzaam is de rest van Undying. A Love Story niet. De gedichten zijn concreet, letterlijk, beladen met inhoud maar onderkoeld van vorm.”

Over de auteur