Gepubliceerd op: dinsdag 19 juli 2016

Recente Poëzierecensies – juli 2016 (1)

 

ik noem dit poezie

  •  
  • Passionate Platform karakteriseert de gedichten in het debuut van Hannah van Binsbergen: “dit is levendige, soms merkwaardige poëzie, waarin onlogische taalcombinaties nieuwe betekenissen genereren.” En ook: “De gedichten onderling zijn (…) op een subtiele manier met elkaar verbonden, door bepaalde taalelementen die in verschillende gedichten terugkomen. Dat geeft Kwaad gesternte samenhang.”
  • Olijven moet je leren lezen inspireert en prikkelt en zal menig lezer naar de boekhandel of bibliotheek doen snellen om al dat moois tot zich te kunnen nemen.” besluit Tzum een enthousiaste recensie van de poëzie-waarderen-voor-iedereen bundel van Ellen Deckwitz.
  • “Als het de dode Maarten van der Graaff is die in de bundel aan het woord is, hoeven we voor de aangesproken ‘je’ niet de lezer in het algemeen in te vullen, maar kan dat ook de nog levende Van der Graaff zijn.” Klecks beschouwt Dood werk vanuit het idee van de dood van de auteur.
  • De NRC bespreekt een nieuwe “lichtvoetige” vertaling van Homeros: “De Odyssee is nog steeds een ijzersterk verhaal, ook in deze nieuwe vertaling van de Vlaamse classicus en dichter Patrick Lateur (1949). Hij heeft, net als in zijn vertaling van de Ilias (2010), gekozen voor vijf jamben per regel, zonder rijm, omdat ‘het jambische ritme het dichtst bij onze natuurlijke gesproken taal ligt’, zo zegt hij in zijn toelichting.”
  • Van Luuk Gruwez verscheen een bundel essays over poëzie genaamd Ik wil de hemel en ik wil de straat. Poëzie en trawanten. Mappa Libri is gematigd positief.
  • Een man begraaft een boom is een bundel die uitnodigt tot herlezen. Het is een fragmentarisch verteld verhaal waarin telkens andere elementen oplichten” aldus Meander Magazine over de debuutbundel van Shari van Goethem.
  • Literair Nederland besluit de recensie van Ontsnappingen van Eva Gerlach met de lovende woorden: “haast tastbare emotie vervlochten in weergaloze, rijke beeldspraak met een thematiek die tegelijkertijd tijdloos en actueel is. De dichteres introduceert tal van karakters en strooit ze met neologismen. Een zeer gevarieerde bundel die wel eens tot de beste poëzie van 2016 zou kunnen behoren.”
  • Nu is al te laat is een donkere bundel die verbluft door zijn eruditie en het bijeenbrengen van zeer uiteenlopende discoursen die toch een samenhangend verhaal lijken te vertellen.” schrijft De Reactor over deze bundel van Erik Spinoy.
  • Club Brancuzzi van Maarten Buser is volgens Tzum “[e]en mooi, beloftevol debuut”.
  • Het verschijnen van New Romantics is voor Mappa Libri reden voor een bespreking waarin geen gedichten worden geciteerd: “Wat mij betreft heeft Michaël Vandebril met zijn tweede bundel een stevige stap vooruitgezet. De gedichten zijn veel beter gedoseerd, krachtiger van beeldspraak en ritme, en de ambitie van de dichter resulteert hier in een breder spectrum. Soms lijken pose en schijn wat dominant, maar daar staat een oog voor de werkelijkheid tegenover. Boeiende gedichten, dus.” Tegelijk brengt datzelfde Mappa Libri een recensie van dezelfde bundel waarin juist veel poëziecitaten staan.
  • Vorig jaar verscheen Opmerkingen, een verzameling opmerkingen van Nathalie Quintane in vertaling van Kiki Coumans. Klecks recenseert: “En door juist alleen de constateringen te verzamelen, kunnen Quintanes opmerkingen ons bewust maken van de grens die we overschrijden door te interpreteren. Het atomaire karakter van de opmerking, die weerbarstig niet anders dan zichzelf is, zorgt dat het denken door ons moet worden gedaan.”
  • De rotonde kent een strakke opbouw. Het bestaat uit drie afdelingen, die elk bestaan uit 33 gedichten. Elk gedicht telt vijftien regels, volgens het schema 4 : 4 : 4 : 3. De gedichten krijgen telkens hun beslag in twaalf regels. De drie slotregels vormen – met tal van kleine variaties – een telkens herhaald slotakkoord, een mantra die een ondertoon geeft aan het verhaal van dreigende onrust (…) De gedichten zijn gesteld in blanke verzen, ongerijmd dus, en met een krachtig en dwingend metrum en ritme.” Aldus beschrijft Literair Nederland in een heldere recensie de poëzie in de ‘roman in verzen’ van Mark Boog.
  • Meander Magazine grijpt de bespreking van Ik noem dit poëzie. Verzamelde gedichten aan om de ontwikkeling van de poëzie van Erik Jan Harmens onder de loep te nemen en concludeert: “Tot nu toe is het lijden aan het leven een constante in Harmens werk (…) [d]e vorm verandert echter: van ‘meer van hetzelfde’ is geen sprake. Ik ben benieuwd naar zijn volgende bundel.”
  • Het liegend konijn wil openstaan voor alle vormen van poëzie” stelt Mappa Libri en roemt deze veelzijdigheid aan dichters en gedichten in de nieuwste editie van het literaire tijdschrift.

Over de auteur