Gepubliceerd op: vrijdag 19 februari 2016

Een keiharde droom

dagboek

We hebben in het Nederlands veel goede schrijvers van korte verhalen. Eén van de meesters van het genre uit onze rijke literatuurgeschiedenis is Belcampo. Tijdens deze Week van het Korte Verhaal dacht ik aan hem, en specifiek aan zijn korte verhaal Bladzijde uit het dagboek van een arts. Dit verhaal toont duidelijk het meesterschap van Belcampo, meteen vanaf de openingszin.

Ik zat in mijn studeerkamer en was bezig aan mijn boek over de zelfmoord als seksuele afwijking, toen het dienstmeisje kwam melden, dat er iemand voor mij buiten stond.

Belcampo’s verhalen kenmerken zich vaak door absurde, bijna surrealistische elementen. De eerste zin van dit verhaal doet vermoeden dat ook dit over een aberratie gaat, getuige het idee van ‘zelfmoord als seksuele afwijking’.
De persoon die buiten staat is een oude vriend die de naamloze ik een tijd niet gezien heeft. De vriend krijgt in het verhaal ook geen naam. De vriend blijkt geen ledematen meer te hebben, op één arm na. Dat brengt de ik danig van zijn stuk. Het is in deze fase van het verhaal dat Belcampo zijn stilistische vakmanschap toont. Hij strooit met pareltjes van zinnen.

Ik moest me aan de wand vasthouden om niet te vallen. ‘t Kwam me aan als een keiharde droom.
( … )
Vlug bewoog hij zich door de gang voort, als een stuk kinderspeelgoed dat nog niet kapot is gemaakt. Ik sloot de deur met een gevoel alsof ik het niet deed.

Na de introductie en de beschrijvingen van de ontreddering van de ik, volgt een monoloog van de bezoekende vriend, die meer dan de helft van het verhaal beslaat. In deze monoloog legt de vriend uit hoe het zo gekomen is dat hij drie ledematen mist. ‘Wat het ook was, intuïtie of de inblazing van een geest’, hij deed min of meer bij toeval ‘de ontdekking, dat geen genieting op aarde is te vergelijken met het eten van je eigen vlees’. En dus heeft hij zijn eigen ledematen opgegeten.
Het opeten van jezelf brengt de kwestie van identiteit en bewustzijn op de voorgrond, als ook de aloude relatie lichaam en geest. Kun je inderdaad jezelf opeten? Wanneer houd je tijdens dat proces op jezelf te zijn? Te bestaan? Dit is nog eens een ongebruikelijke manier van zelfmoord, hetgeen als fenomeen al in de openingszin genoemd werd.
Eten is een bekende metafoor voor lezen, die reikt van de term ‘leesvoer’ tot de poëzie van Kouwenaar. In het verhaal van Belcampo komt geen passage voor die eten en lezen aan elkaar knoopt. Dus misschien ligt het aan mij. De enige passage in het verhaal die duidelijk wijst op zelfreflectie van het verhaal op zijn talige karakter, is tijdens de monoloog van de vriend.

Elk genot wat hier voor een mens mogelijk is, heb ik ondergaan, maar dit overtreft alles duizendvoudig, wie dit nooit gedaan heeft, heeft nooit geleefd. Ik zou een nieuwe ongehoorde taal nodig hebben om je een idee te geven van wat dat is.

Als we het eten als metafoor voor lezen nemen, dan levert Belcampo in dit verhaal een cultuurkritiek. Al die navelstaarderij in de literatuur en andere kunsten, dat leidt maar tot minder en minder, tot marginalisering en tenslotte verdwijning.
Terug naar het verhaal. Aan het einde van de monoloog onthult de vriend de reden van zijn bezoek.

Het enige dat me nu nog aan het leven bindt, is hij – daarbij wees hij op z’n laatste arm – en die kan ik er alleen niet af krijgen. Daarom ben ik bij jou gekomen.

Belcampo toont naast zijn stilistische bekwaamheid zich ook een compositorische meester in dit verhaal. Want na deze laatste zinnen van de vriend, de afsluiting van een lange monoloog die ongeveer een pagina -meer dan de helft van het totale verhaal- beslaat, volgt nog maar één zin die het verhaal afsluit. Dit gegeven alleen al maakt dat deze zin hard aankomt. Je zou een minstens even lange monoloog van de ik verwachten, om zijn worsteling met de vraag van de vriend weer te geven. En is de ik eigenlijk al over zijn ontsteltenis heen van de aanblik van zijn vriend? Maar niets van dit alles. Alleen een droge, zakelijke zin.

Ik heb lang geaarzeld, maar tenslotte heb ik hem mijn medische hulp niet ontzegd.

Het verhaal dat nog zoveel interessante ethische, medische en psychologische passages had kunnen bevatten, wordt abrupt afgekapt. Een amputatie.
Vorm en inhoud vallen samen, en het is aan de lezer om deze keiharde droom een plek te geven.

Over de auteur

Jeroen van den Heuvel

- Jeroen vertaalt poëzie en kinderboeken. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie. Hij is redacteur van ooteoote.nl.