Gepubliceerd op: vrijdag 26 juni 2015

De regels XL

‘drijvend op het getij van hersenkwabben. Een kwal’
uit ‘Biografie van het geld’, Arnoud van Adrichem

Een droom. De openingsregel van het gedicht vertelt dat het om een droom gaat, maar we zouden het net zo goed uit deze regel zelf op kunnen maken. (Die openingsregel is nodig om de identiteit van de dromer te onthullen die in dit kader niet belangrijk is.) Deze regel opent meteen lodderig, met die lijzige ‘ij’ die herhaald en gespiegeld wordt, van de eerste lettergreep van ‘drijvend’ naar de laatste van ‘getij’. Je hoort het getij heen en terug spoelen. Een droom spoelt door de hersenkwabben, op eb en vloed van het bloed door de haarvaten. En hoe die droom verloopt wordt gedeeltelijk bepaald door wat het bloed aanvoert, op welk ritme het klopt.

Kwallen

Of is het anders? Is het misschien niet de droom, maar die kwal die zo vanzelfsprekend uit de klank van de kwabben tevoorschijn plopt, die op het getij drijft? Je moet goed kijken om de kwal van de kwabben te onderscheiden, want ook wat vorm betreft lijkt hij veel op ze. Dezelfde bolling, dezelfde weekheid en kwetsbaarheid, dezelfde tastende tentakels. Ze rijmen op elkaar zowel in klank als in beeld. In beide denk je dezelfde elektrische spanning te kunnen waarnemen die zich door de tere weefsels voortplant. Is de kwal de droom van de hersenkwabben waar hij op drijft, of zijn de hersenkwabben de droom van de kwal? In een droom maakt het niet veel uit wie droomt en wie gedroomd wordt.

Tegelijk met het getij in de kwabben vormen de kwabben zelf een getij, een zee die bol staat van hun bollingen. Ze dromen allemaal eenzelfde droom, zuigend als het getij.

In de nabijheid van de kwal worden de kwabben vochtiger en weker, ze worden onafhankelijker van de hoofden waar ze gewoonlijk in zitten, van gedrag en motivatie. De kwal wordt lobbiger en driftiger. Maar zowel de kwabben als de kwal hebben nergens de vorm van individualiteit die we zo graag aan hersenen toekennen, en die in dromen vaak ongrijpbaar is.

Elke week onderzoekt Han van der Vegt hier de geschreven en ongeschreven regels van de Nederlandse poëzie.

Over de auteur

- is dichter en vertaler. Zijn bekendste gedicht is Exorbitans, dat niet alleen als bundel maar ook als ruimteopera op cd is verschenen, met muziek van Jan Frans van Dijkhuizen. In 2015 verschijnt zijn nieuwe bundel Navigatiesystemen. Han van der Vegt schreef ook de kinderboeken Het rode ei en Het zwarte ei.