LL58: Annelie David – Roy
loopt zonder om te kijken door een woud
en nergens tegen aan zo vrij loopt hij
is veilig hier, van niemand zoon
heeft herten lief, hazen en een vos
de wildernis oermoederlijk
geeft water, eieren uit vogelnesten
eet hij rauw
*
haast slapend wandelt hij
alleen in deemstering, een schijnsel
dat steeds verder dwaalt, hoe ver hij gaat?
vervreemd van schoeisel, zeep, van spraak en
tegenspraak, de honger stil
hij zoekt niet meer, kruipt in de holte van
een boom, hoort in dit ondoordringbaar zwart
alleen zijn adem nog
en dat alleen
___
Annelie David (1959) is geboren in Keulen en woont sinds 1982 in Amsterdam. Ze is voormalig danser en choreograaf. Sinds 2003 legt ze zich volledig toe op het schrijven van poëzie. Aanvankelijk in het Duits, maar inmiddels vooral in het Nederlands.
Voor het gedicht Mein Saum schmilzt ontving ze in 2004 de Dunya Poëzieprijs. Haar gedichten zijn gepubliceerd in de tijdschriften Op Ruwe Planken, Krakatau, Nynade, ExtaZe, Passioante Magazine en in de uitgave Deus De Poche van Deux Ex Machina. Voor Terras 04 Berlijn vertaalde ze poëzie van de Duitse dichter Uljana Wolf. Oktober 2013 verschijnt haar debuut Machandel bij uitgever Marmer.