Ernst Jandl, ‘die scheißmaschine’,
Erik de Smedt vertaalde ‘die scheißmaschine’ van Ernst Jandl en vond ook in de beeldende kunst treffende variaties op dezelfde thematiek.
de kakmachine
grotendeels steekt de kakmachine in jou
jij wonder mens, verwond mirakel
niet haar ingenieur, niet haar bedenker
maar eigenaar, gebruiker en verwenner
van de mond leidt de lange weg naar binnen
door buizen, balgen en langs windingen
die je node binnenstebuiten laat keren
tenzij om progressieve kanker af te weren
voor neus en tong kostelijk verschillend
o mens, maken de spijzen in jou hun entree
je organisme raakt vervuld van leven
en vermaalt wat uit je anus wordt gedreven
van hier af aan heb jij de kakmachine
lieflijk-loffelijke mens in handen genomen
plees geplaatst om er kreunend op te zitten
riolen aangelegd waarin ratten klitten
Ernst Jandl, ‘die scheißmaschine’, in: idyllen. gedichte, Luchterhand Literaturverlag, Frankfurt am Main, 1989 (vertaling: Erik de Smedt). De Weense klankdichter en taalacrobaat (1925-2000) zag zijn late gedichten als ‚heruntergekommene Sprache’. Over de betekenis van die aan lager wal geraakte, verwilderde taal schreef Helmut Neundlinger: http://eipcp.net/transversal/0307/neundlinger/en.
Afbeeldingen: Cloaca (installatie, Wim Delvoye, 2000), Merda d’artista (kunstwerk, Piero Manzoni, 1961), sociale controle (Hilvarenbeek, 2013).