Gepubliceerd op: zaterdag 16 maart 2013

Van Kooten tussen positivo’s en zeurpieten

‘Je gaat toch niet weer zo’n zuur stukje schrijven, hè?’ Ik had mijn vriendin net de ‘dubbelspel’-passage voorgelezen die Kees van Kooten onlangs bij De Wereld Draait Door ook had gedaan. En ja, er was genoeg te zeuren over het Boekenweekgeschenk (is het wel literair, urgent, een goed verhaal?), maar had ik net niet ook gelachen? Het werd een aardig stukje, maar in menig kritischer bespreking bleek ik me ook te kunnen vinden. Sterker: je raakt ertoe geneigd, als je de aanbiddingsbespreking in Het Parool leest. Een overzicht van de reacties, en een verklaring.

In chronologische volgorde, interviews en reacties in kranten en weekbladen, en op de literaire sites (aanvankelijk samengesteld voor Athenaeum.nl):

  • 27 februari – Zijn Boekenweekgeschenk De verrekijker is misschien wel het beste wat hij ooit geschreven heeft, zegt Kees van Kooten tegen Coen Verbraak van Vrij Nederland: ‘Qua compositie, qua overzicht. Ik probeer de tijd te vangen; die van nu en die van toen. En ik ben tamelijk tevreden over hoe dat gelukt is.’
  • 4 maart – Jamal Ouariachi op Facebook: ‘In dit werkje opent zich het bewustzijn van een volstrekt eigenzinnige medemens. En bijna honderd pagina’s lang kun je in dat bewustzijn vrijelijk grasduinen en rondsnuffelen. De verrekijker is bij vlagen hilarisch, permanent warm, vaak scherp, mooi gedetailleerd, en mild op een manier die balanceert op de rand van sentiment maar nét aan de goede kant blijft. Ooohhh, en eindelijk eens NIET cynisch. Wat een verademing. Ja. Dit is gewoon goed, stelletje klootzakken.’
  • 9 maart – ‘De huidige tijd is vreemd,’ zegt Van Kooten tegen Arjan Peters van de Volkskrant, ‘en mijn vaders generatie heeft die zien aankomen. Ik bedoel: we wéten wat wielrenners doen, bankiers, voetbalmatchfixers, priesters, maar er verandert niks. Dat verbaast mij.’
  • En tegen Elsbeth Etty, in NRC Handelsblad, over nieuwe boekideeën: ‘Meestal begin ik met een klein mapje en al schrijvend en associërend kom ik vervolgens op ideeën. Omdat ik altijd op humor uit ben, is het mooiste wat me kan overkomen dat ik ’s nachts alleen aan de keukentafel zit met een fles wijn en in de lach schiet om iets wat ik zelf schrijf. Dan houdt mijn pen het bijna niet meer bij. Daar doe je het voor!’
  • 13 maart – Kees van Kooten tegen Maarten Moll in Het Parool over zijn rol als brombeer: ‘Wel een aangedikte grumpy old man. Met al mijn hang-ups, die ik mooi kwijt kon in dit boekje. Ik heb een paar dingen waarvan mensen dan inderdaad zeggen: ja, ja nu je het zegt.’
  • Jos Bloemkolk las voor de Amsterdamse krant De verrekijker, de ‘ontroerende ode’ aan Kees van Kootens vader, en met smaak: ‘Van Kooten toont zijn stilistische kunnen in elke alinea.’ (Op ‘onmiskenbaar kootiaanse wijze’.)
  • Jeroen Vullings is in Vrij Nederland zuurder dan Parools Jos Bloemkolk over Van Kootens ‘matige Boekenweekgeschenk’. Hoewel: het is ‘aandoenlijk’. Maar het slotakkoord is dodelijk: ‘De verrekijker is beter verteerbaar als je de maker van dit zelfgefabriceerde geschenk als een personage ziet: geinig mannetje dat een schrijver uithangt.’
  • Dries Muus schreef in HP|De Tijd een profiel van Van Kooten: ‘Is Kees van Kooten altijd een kwebbelend oud wijf geweest?’
  • 15 maart – Arjen Fortuin legt in NRC het Boekenweekgeschenk naast Van Kootens Hedonia, dat hij veel beter vindt. Want: ‘Van Kooten springt onderhoudend en geestig van de hak op de tak en verwoordt tal van opvattingen waar je het onmogelijk mee oneens kunt zijn. […] Het zijn geen slechte vondsten, maar het is nostalgie die niets problematiseert en daarmee al snel oninteressant wordt.’
  • Coen Peppelenbos op Tzum.info: ‘Van Kooten goochelt met feit en fictie, juist op momenten dat hij het betrouwbaarst lijkt in De verrekijker. Misschien is het goed om dan juist verder te kijken. […] Als je aan het eind van De verrekijker komt, weet je dan ook niet meer wat waar is of wat de zoon tot waarheid gemaakt heeft omdat hij dat nu eenmaal wil. Dat is de kracht van een schrijver die zijn lezers, op verschillend niveau, veel plezier zal doen met dit Boekenweekgeschenk.’
  • Ondergetekende looft op Recensieweb.nl de geestige anekdotes, maar beklaagt zich over de belegen taal en bouquetreeksclichés, om te besluiten met: ‘Grappig, geestig, aardig – niet hilarisch of pijnlijk. Dat hoeft ook niet. Dit is geen hoge literatuur, dit is een goed uitgewerkt cadeauboekje, dat zelfs nog interessante vragen oproept.’
  • 16 maart – Aleid Truijens, in de Volkskrant: ‘Soms ontaarden zijn klachten in ouwemannengezeur, maar zijn observaties zijn zo scherp en geestig dat je het van hem kunt hebben. Een mooi geschenk, een Van Kooten voor alle mensen.’
  • In Trouw een kort signalement ter opening van Letter & Geest: ‘Kees van Kooten: een nostalgicus die je op elke bladzijde aan het lachen krijgt.’

Het verschil van mening is ruwweg dat tussen Jos Bloemkolk en Jamal Ouariachi aan de ene kant, en Jeroen Vullings en Arjen Fortuin aan de andere. Vermakelijk, onderhoudend? Of oninteressant, niet urgent? Los van de kritiekloze aanbidding die de voormalige tv-held ook nog ten deel valt, is er één criterium dat de positivo’s van de zeurpieten onderscheidt: is het literatuur?

Want het is heel eenvoudig om je te beperken tot de eerste vraag van de literaire kritiek: is dit boek geslaagd in zijn bedoeling? En dan is Aleid Truijens’ antwoord (‘een mooi geschenk voor alle mensen’) helemaal op zijn plaats. Van Kooten onderhoudt zijn publiek, hij maakt het niet te zwaar, hij informeert en opinieert, en zijn grappen zijn leuk. Wie de tweede vraag ook stelt – is die bedoeling ook geslaagd volgens mijn literaire eisen? – is gedwongen minder positief te zijn. De verrekijker bevat geen groot verhaal, geen pijnlijk cabaret, geen urgente essayistiek, het is geen grote literatuur.

Een voorlopig compromis: als je slechts 9 dagen en 96 pagina’s hebt om je met boeken bezig te houden, dan is dit goed tijdverdrijf. De rest van het jaar stort de rest van ons zich op echte literatuur.

Over de auteur

- Daan Stoffelsen (1981) is redacteur van De Revisor, medeoprichter, redacteur en recensent van Recensieweb, freelance recensent voor onder meer NRC Handelsblad en coördinator van de website van Athenaeum Boekhandel, Athenaeum.nl. Daarnaast is hij lid van de adviesraad van het Nederlands Letterenfonds. Zijn essay 'Waarschuwingen, ravijnen en ziekenhuisgebouwen' werd genomineerd voor de Jan Hanlo Essayprijs Klein 2013.