Gepubliceerd op: maandag 18 maart 2013

HET DEBUUT VAN WITTE RAAF tweede acte. Deel IV

engelDe donderdag daarop is ‘s avonds de presentatie van Hans’ boek in Literair café De Engelbewaarder, dat voor de gelegenheid tot debutantencafé is omgedoopt. Ronald Giphart zal de bijeenkomst openen met een korte uiteenzetting over het fenomeen ‘debuteren’. Wat is nodig voor een succesvol debuut? Welke zijn de valkuilen die de debutant moet omzeilen. Een van de debutanten van vorig jaar zal de kersverse auteurs het eerste exemplaar van hun boek overhandigen. Aldus geschiedt. Na de plechtigheden is er pils. Ik ontmoet duodebutant Arie Storm en zijn vriendin Josje, redactrice bij Prometheus. Hele en halve schrijversnamen bieden drinkend tegen elkaar op. Iemand speelt valse boogie-woogies op de piano. Uitgeversbonzen staan te oreren aan de bar. Het bleef nog lang rumoerig op de Kloveniersburgwal.

 

Dat weekeinde neem ik mijn schrift weer voor me. R. dus. Aan de hand van steekwoorden memoreer ik ‘s mans meest prominente karaktertrekken (Zoeker. Idealist. Verzamelaar), maar veel vorderingen maak ik niet. Ik heb onvoldoende zicht op het verhaal en al hád ik het, de roman als invuloefening staat me tegen. Ik trek hapsnap boeken uit de kast, zonder ook maar enige inspiratie op te doen en een kwartier later zit ik in koersbroek over mijn fietskaart gebogen. Vandaag ga ik Een Zeer Lange Tocht ondernemen!

Over de auteur

- (1954) realiseerde een tiental toneelstukken en filmscenario’s. In 1995 verscheen bij Veen zijn debuutbundel Het slinkende papier. Later volgden de roman Passage (Veen, 2000) en een als ‘vrije oefening’ omschreven werk van autobiografische fictie, De cultus van het Lijden (De Arbeiderspers, 2006). In 2010 verscheen de roman Grand mal (De Arbeiderspers). In november 2012 verscheen bij het balanseer zijn poëzie onder de titel Schedelmoer & maatpak.