Het communistische postscriptum
Ook Alphavillle schuift aan in het debat over de zin en onzin van het werk van Alain Badiou en Slavoj Žižek. Alphavillle-redacteur Serge Delbruyère attendeert op Het communistische postscriptum (IJzer, 2009) van de Duits-Russische filosoof Boris Groys, die het neoliberale postideologische kapitalisme stevig aan de tand voelt. Delbruyère verklaart nader:
Wie Žižek Hegeliaanse frivoliteit wil aanwrijven en Badiou wil afserveren op z’n ahistorisch blinde flirt met het ‘communisme van de Idee’, vindt in Groys een kwaaie klant. Hegeliaanser dan Žižek en ideëler dan Badiou, ontvouwt Groys in goed 100 bladzijden een analyse van het communisme als dwingend taalregime van de ‘logische evidentie’. Meer dan een bedenkelijke historische incarnatie (Žižek) vormde het Sovjetcommunisme een consistente verderzetting van de Platoons-christelijke epistemologie van de logos als paradox. Het ontkennen van die paradox komt volgens Groys neer op een knieval tegenover een (post)sofistische meningenmarkt die helderheid ommunt tot een inzetbaar consensusmodel.
Lees hier de prikkelende gloss, die overigens ook een uitttreksel van het tweede hoofdstuk uit Het communistische postscriptum bevat.