Gepubliceerd op: zaterdag 27 oktober 2012

Terugtocht van de literatuur

Nick Thurston bespreekt op Afterall het aandeel literatuur tijdens Documenta dit jaar. Literatuur, zo betoogt hij, begaf zich er, dankzij de door de curatoren gesmede alliantie tussen het schrijven en de kunst, op plekken waarin zich normaal niet ophoudt. Of eerder: het schrijven trok zich op die plekken terug. Thurston spreekt van een retreat:

Retreat residences create a controlled environment wherein the maker can get on with making (in this case writing) with fewer of the obligations to normal life than is normal.

Zo werden schrijvers (onder wie Alejandro Zambra) uitgenodigd om in een Chinees restaurant en andere publieke ruimten te schrijven, om de compositie van nieuwe publieken mogelijk te maken – hoe precair en vluchtig ook. Dit klinkt als kunst-als-interventie en participatie-idealisme: wat spontaan lijkt, is eigenlijk georkestreerd en komt zelden buiten de culturele comfort zone. Van die spanning lijkt ook Thurston zich bewust. Thurston haalt een anekdote aan van de Catalaanse schrijver Enrique Vila-Matas aan, waarin hij vertelt over een absurd plan met Sophie Calle, die, zo zei hij

invited him to write her future, like a master-author, on the promise that she would live exactly as he instructed, like a slave-reader.

Over de vraag hoe we die anekdote moeten waarderen, en hoe de bredere linguistic turn in de kunst productief kan worden voor kunst én literatuur, gaat dit interessante stuk. Wellicht schuilt de kracht van Vila Matas’ anekdote, waarin de participatiedoelstellingen van Documenta ver worden doorgedreven, wel in het niet-cureerbare ervan.

Over de auteur

- Frank Keizer is dichter, vertaler, redacteur en criticus. Publiceerde in 2012 het chapbook Dear world, fuck off, ik ga golfen bij Stanza en in 2013 Rampensuites bij Perdu, een vertaling van Disaster Suites van Rob Halpern, gemaakt samen met Samuel Vriezen.