Gepubliceerd op: woensdag 31 oktober 2012

Sampler (3): Buysens, Van Binsbergen, Hirs, Groot, Labruyère, Vroman…

© Daniel Labruyère

Tijd om weer eens een klap op de sampler te geven, want we lopen achter. Onze ongedoseerde injecties van de afgelopen weken.

Allereerst aandacht voor Thomas Buysens. Naast jobhopper als een mus in de dakgoot van het neoliberalisme is hij alleskunner. Hij debuteerde eerder dit jaar met ‘Suggesties van een onbestaand oeuvre’ in Samplekanon, en breidde dat oeuvre de afgelopen weken als gastschrijver uit met een ode aan de vergeten Estse dichter Betti Alver, een anti-methode en een vampire story.

IJzersterk is ook de weerbarstige cyclus ‘Arbeidstrilogie’ waarmee Hannah van Binsbergen (1993!) debuteert: ‘u hoopt zich te ontwikkelen / veel verder in de lege richting / die zo stijlvast is waarin moord en dood / gevleugeld zijn’. Neem vrijaf, verzuim, lees.

Daarvoor sampleden we er niet minder lustig op los. Zo publiceerden we voor uit de inmiddels verschenen, vijfde bundel van Rozalie Hirs, Gestamelde werken. Collages van stemmen, en tegelijkertijd een onvervreemdbaar Hirs-geluid. Jacob Groot jaagt in het hypersensitieve, ultrasone gedicht ‘Wonderbal’ een droom na: ‘Het was geen droom die wel of niet / uitkwam, maar iets, de knop / van een plot, kwam uit en vroeg / onmiddellijk om een droom, dat / was het, zo geloven wij, meer niet.’ Leo Vroman doet in Alles, alles een niet minder omvattende greep.

Van Daniël Labruyère, vaste Gruweletser en mede-aanstichter van Samplekanon, brachten we twee ijzingwekkende beelden, waaruit een vreemde nostalgie naar de toekomst spreekt. Maartje Smits ging de wijk in in het gedicht ‘geile zwaluw’ en trof daar immer busy een zwerm bakfietsvrouwen aan met en sweet instant eco-accessoires.

Intussen groeit en woekert ons nummer over asemisch schrijven (met bijdragen van a.rawlings, Dirk Vekemans, Jürgen Smit en Jaap Blonk) aan en voort. Maar daarover een volgende keer meer.

Over de auteur

- Frank Keizer is dichter, vertaler, redacteur en criticus. Publiceerde in 2012 het chapbook Dear world, fuck off, ik ga golfen bij Stanza en in 2013 Rampensuites bij Perdu, een vertaling van Disaster Suites van Rob Halpern, gemaakt samen met Samuel Vriezen.