In het tweede nummer van het jubileumjaar van Vooys staat het thema ‘Letter en Geld’ centraal. Dit thema wordt aan de hand van verschillende casussen uitgediept; zo verkent hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde Lia van Gemert  samen met promovendi Marrigje Paijmans en Sabine Muller de handelsnetwerken van de Gouden Eeuw in de Republiek. Ook analyseert Postdoc Saskia Pieterse in de nieuwe Vooys Marja Brouwers’ Casino, een roman die morele corruptie aan de kaak lijkt te stellen, en schrijft hoogleraar Boekwetenschap Lisa Kuitert over een minder romantische kant van het auteurschap: de schrijvershonoraria in een tijd van opkomende e-books.

Daarnaast interviewen redacteuren Else Boer en Susan Potgieter in Vooys 30.2 de Amerikaanse auteur Chad Harbach. Zij bevragen hem over het schrijverschap en het succes van zijn roman The Art of Fielding. In dit nummer wordt De Kop van Jut geslagen door dichter Maarten van der Graaff, die een stiekeme cultauteurfetisjist blijkt te zijn, en zet Vooys-redacteur Lars Kloet Jeremias de Deckers Lof der Geldsucht graag In zijn Kast.

Ten slotte bevat Vooys 30.2 ook nog vier recensies. Lieke van Deinsen recenseert Negotiating Differences: Word, Image and Religion in the Dutch Republic, Frank Keizer leest Cruel Optimism, Dieuwke van der Poel schrijft over Anna Bijns, van Antwerpen, en Carl de Strycker bespreekt Sinds Adam en Achilles. Bijbel en mythologie in de Europese literatuur. Meer informatie over het nieuwe nummer vind je via de website van Vooys.