Gepubliceerd op: dinsdag 10 juli 2012

Kluger Hans: Lone Hørslev, echtscheidingsgedicht

De schrijvers van morgen zullen het nog gemakkelijker hebben, omdat ze meer werkelijkheden in zich meedragen, en die van overmorgen bevatten ze allemaal.” Met dit citaat van de Belgische schrijver Bernard Quiriny opent het nieuwe nummer van Kluger Hans. Het is altijd een plezier om dit buitenbeentje in het kleine rijk der literaire tijdschriften op de vloermat te vinden. Experimenteel zonder zich te verliezen in flauwe vormspelletjes of intellectuele stoerdoenerij die de kleine niche van de  intellectuele bodybuilder dient: dat is Kluger Hans. In dit nummer oa 10 sonnetten van Arnoud Rigter, gedichten van Hanneke van Eijken, Kris Geerts en L=A=N=G=U=A=G=E voorloper Jack Spicer. Verder proza van Bernard Quiriny, Nicolas Ancion en een intrigerend debuut van Tina Weemaes (een naam om te onthouden). Kluger Hans brengt traditioneel ook een Europa-aflevering. Deze keer is Denemarken aan de beurt. Van de Deense dichteres Lone Hørslev (1974) zijn drie vertaalde gedichten te lezen uit de bundel Ik weet niet of dergelijke gedachten normaal zijn met de onheilspellende ondertitel: ‘echtscheidingsgedichten’. Hørslev schreef ze op verzoek van haar uitgever nadat haar huwelijk was stukgelopen. Dit is het eerste gedicht uit de reeks van drie:

 

De man beneden
in het Deens Aquarium vertelt
dat het pantser van een krab
ook een soort huid is. Dat hij een liefkozing kan voelen
door zijn pantser heen en mijn vingers jeuken en
ik denk aan kinderen en aan verhuizen. De kinderen klooien met
de krabben
in het kleine bassin hoewel de man PAS OP zegt. Keer op
keer en de krab
is erg kwetsbaar en broos als hij zijn pantser
afwerpt, zegt de man en ik heb zin om te zeggen
HA! Daar weet ik alles van – hij
bindt een elastiekje om
de scharen van de Noordzeekrab en ik bijt op mijn tong en
houd toch maar mijn mond.
Onlangs kwam ik een oude geliefde tegen
die per se koffie met me wilde drinken. Gelukkig
schonk de tent die we binnengingen
alleen alcohol. Dus dronken we dat.
Dus dronken we champagne en dachten terug aan toen
uitstel van behoefte
een begrip was dat ik nog niet kende. We rookten sigaren en vierden
ons eigen kleine
oudejaarsfeestje in november en als klap op de vuurpijl
zei hij toen: Lone
wij zijn in zekere zin
elkaars natuurlijke vijanden.
En toen gaf hij me een aai
over mijn hoed.

© Lone Hørslev
(vertaling: Edith Koenders)

 

Lone Hørslev (1974) studeerde in 2003 af aan de schrijversvakschool in Kopenhagen en debuteerde in 2001 met de gedichtenbundel Bedankt (Tak). Behalve poëzie heeft Hørslev ook een aantal romans en verschillende songteksten geschreven. Met zanger en muzikant Mad Mouritz heeft ze onder de naam Mouritz/Hørslev Projektet twee albums met Deenstalige liedjes uitgebracht. Verder treedt ze ook op met andere dichters en bands.

De drie vertaalde gedichten komen uit de openingscyclus ‘Dank voor uw bezoek’ (‘Tak for Besøget’) die in totaal dertien gedichten telt, uit de bundel Ik weet niet of dergelijke gedachten normaal zijn (Jeg ved ikke om den slags tanker er normale, 2009). De ondertitel van deze bundel luidt ‘echtscheidingsgedichten’. Hørslev schreef ze op verzoek van haar uitgever nadat haar huwelijk was stukgelopen. Ze woonde indertijd met haar gezin op het eiland Fanø, dat ook in het gedicht wordt genoemd.

‘Dergelijke gedachten’ verwijzen naar de heftige gevoelens van verdriet, woede en schaamte die een echtscheiding met zich meebrengt. Hoe normaal is het om te denken dat je iemand een mes in zijn oog wilt steken of zijn hart wilt doorboren? Met licht afstandelijke blik observeert de schrijfster haar gedrag en gedachten en ziet overeenkomsten met een krab die van pantser wisselt: het afwerpen van de oude identiteit en de kwetsbare overgang naar een nieuwe vorm. In alledaagse bewoordingen speelt Hørslev met beelden, gevoelens en taal.

Over de auteur

Displaying 1 Comments
Have Your Say
  1. Thomas M zegt:

    Wat ziet dat er eigenlijk goed uit, die nieuwe Kluger Hans!