Gepubliceerd op: zondag 1 april 2012

Gif in mijn drankje: over de Hollands Maandblad Schrijversbeurzen 2011/2012

De publiciteitsmedewerker van uitgeverij Nieuw Amsterdam vond het maar verdacht dat ik met een perensapje in mijn hand stond. Wilde ik meteen weer weg of zo? De mores van de literaire borrel zijn onverbiddelijk. Gij zult drinken. En bitterballen eten. Marnix van de receptie liep er onvermoeibaar mee in het rond.

Ook Bastiaan Bommeljé, hoofdredacteur van Hollands Maandblad, lulde er niet omheen. ‘We worden omringd door de ondergang,’ zo zei hij in zijn toespraak. ‘Maar hier binnen staan wij pal. Voor gratis wijn. En bitterballen.’ En voor de literatuur natuurlijk. Je zou het bijna vergeten. Gelukkig waren er de drie laureaten van de jaarlijkse Hollands Maandblad schrijversbeurzen.

De schrijversbeurs in de categorie essayistiek mocht Wim Brands uitreiken aan Machiel Jansen. Jansen is werkzaam bij een centrum voor reken- en netwerkdiensten. Hij is bovendien gepromoveerd, ongetwijfeld in iets exacts. In zijn essay ‘Helderheid voor beginners’ (Hollands Maandblad, 2011-6/7) onderzoekt Jansen het werk van Karel van het Reve, waarbij hij onder meer ingaat op ‘Reves vermoeden’ dat een taal niet zonder uitzonderingen kan. Jansen schrijft hierover:

‘ “Reves vermoeden” zegt misschien wel meer over Karel van het Reve zelf dan over de taal. […] Het willen vastleggen in algemene regels en voorschriften wat goede kunst is, wat mooie verzen zijn, wat de essentie van taal is, was voor Van het Reve een zinloos verlangen. Zijn eigen wereldbeeld was tegengesteld aan dit verlangen. Door zoveel mogelijk algemene “waarheden” door te prikken, blijft er ruimte voor verwondering, of in elk geval voor de acceptatie van onregelmatigheid. “Verwondering” was trouwens een woord dat hij niet gebruikte. Het zal hem vast te vaag en te pretentieus hebben geklonken. Het gevaar van pretentie is dat het verwachtingen schept. Verwachtingen bepalen hoe dingen zouden moeten zijn. Pretentie sluit de ogen voor uitzonderingen, tegenvoorbeelden die juist aantonen dat de meeste verwachtingen helemaal niet kloppen.’

De schrijversbeurs in de categorie proza ging naar Stephan ter Borg, wiens debuutroman binnenkort verschijnt bij uitgeverij Prometheus. Zijn bekroonde verhaal ‘1 vrienden zijn jarig deze week’ (Hollands Maandblad 2011-2) gaat over een uiterst actueel thema. De hoofdpersoon beheert een sociale netwerksite voor een vriend:

‘De dag dat het verhaal van zijn ongeluk in de krant stond, stroomde zijn inbox vol. Mensen wilden allemaal zijn vriend zijn, het hagelde verzoeken en berichten. Ze wilden allemaal een stukje van het verdriet. In het bericht stond duidelijk vermeld dat Merijn hersendood was. De nieuwe vrienden lieten zich er niet door tegenhouden. Elke keer dat het ongeluk weer in het nieuws was – de veroordeling van de bestuurder, het ontslag van de wethouder verkeer – kwamen de verzoeken binnen. In het begin reageerde ik niet. Dat hielp niet, ze bleven komen. Jan, Piet, Klaas wil je vriend worden: Bevestigen / Niet nu. Later berichtte ik: “Laat me met rust, ik ben hersendood.” Dan vonden ze me een arrogante lul. Uiteindelijk had je er het minste last van als je gewoon bevestigde.’

Overigens heeft de passage die ik persoonlijk het mooist vind, helemaal niets met Facebook of Hyves te maken: ‘Bij Merijn werden zijn ogen al gesloten terwijl hij leefde. Toen ze hem binnenbrachten, waren ze nog open. Als dat zo bleef, zeiden ze, zou het netvlies opdrogen. Die kon je dan na verloop van tijd als een opgedroogde blaar van de oogbol trekken. Bovendien: hij staarde zo. Invalkrachten hadden erover geklaagd.’ Dat laatste zinnetje, brrr.

De schrijversbeurs in de categorie poëzie mocht Wim Brands ten slotte overhandigen aan Kira Wuck. Afgelopen december won ze al het Nederlands kampioenschap slam poetry. Over een half jaar verschijnt bij uitgeverij Podium haar debuutbundel. Wim Brands week even af van zijn voorbereide tekst om vrij baan te geven aan zijn enthousiasme over een verontrustende regel uit een van haar in Hollands Maandblad (2011-12) gepubliceerde gedichten: ‘ik wou dat er iemand iets in mijn drankje deed.’

Kort daarna werd de borrel weer hervat. Haastig sloeg ik mijn perensap achterover. Vanuit een ooghoek had ik de publiciteitsmedewerker op mij af zien komen. Ze had een vervaarlijke blik in de ogen. Ik zag haar er alleszins voor aan om de dichterlijke vrijheid te nemen Kira’s poëzie op mijn persoonlijke behoeften te projecteren. Ik wist mijn leven hier niet meer veilig. Spoorslags ontvluchtte ik het pand.

Over de auteur

- Krijn Peter Hesselink is dichter en essayist. Bij uitgeverij Nieuw Amsterdam publiceerde hij tot op heden drie dichtbundels, het meest recent 'De uitputting voorbij'. Ook staat hij graag op het podium. Eerder was hij onder meer te zien op Lowlands en Crossing Border.

Displaying 1 Comments
Have Your Say
  1. JJ Pollet zegt:

    Zie ook Maarten van der Graaff ‘In het Hollands Maandblad is het goed toeven voor de middelmatige dode.’ http://maartenvandergraaff.blogspot.com/2012/04/naast-de-pot-aantekeningen-in-proza.html