Gepubliceerd op: maandag 9 april 2012

Charles Ducal: kwarteeuw dichterschap

‘Alsof ik er haast ben’ zo luidt de bescheiden titel een verzamelbundel van Charles Ducal. Een uitgave om zijn kwarteeuw dichterschap te vieren. Jelle Van Riet interviewde hem voor De Standaard:

‘Ik moet ook altijd lachen met dichters die zich een miskende Paul van Ostaijen wanen en zeggen: wacht maar, ik ben mijn tijd vooruit. Wat een onzin. Alsof de toekomst op jou zit te wachten. Wel vrees ik dat het onderscheid tussen would-be poëzie, zoals die floreert op het internet, en de poëzie die de toets van een vakbekwame kritiek heeft doorstaan, steeds meer dreigt te verdwijnen. En dan kijk ik vooral naar het onderwijs. Daar zou men moeten zorgen dat we niet de laatste der Mohikanen dreigen te worden.'”

Bespreking van Luuk Gruwez van Alsof ik er haast ben op Versindaba:

“De meesten houden van hem, mede allicht vanwege de hoge herkenbaarheidsgraad van zijn gedichten. Een minderheid, met aan het hoofd de bekende Nederlandse recensent Piet Gerbrandy, maakt zijn poëzie met de grond gelijk. Ik behoor zonder twijfel tot het eerste kamp. Altijd heb ik mij thuis gevoeld in het werk van Charles Ducal, zozeer soms – en dat is het hoogste compliment – dat het mij een zekere smetvrees bezorgde. Het enige wat mij hinderde in mijn bewondering, was het feit dat zijn gedichten wel eens de indruk kunnen wekken te strak in het pak te zitten, met een voorspelbare dreun als gevolg.”

Op Cobra bespreekt Paul Demets het gedicht ‘Jij‘ uit de verzamelbundel ‘Alsof ik er haast ben‘:

“Die vijfentwintig jaar zijn nu gevat in ‘Alsof ik er haast ben’, een prachtige verzamelbundel waarin de zes bundels die hij tot nu toe publiceerde, zijn opgenomen. De onderstroom van zijn werk komt uit de tijd waarin hij opgroeide: zijn jeugd op de boerderij, de strenge vader met zijn dwingende blik, de schuldgevoelens omwille van opborrelende seksualiteit, onder invloed van het katholieke geloof. Het schuldbesef, net zoals de strakke vorm, deelt Ducal voor een stuk met Gerrit Achterberg. Het stuurt zijn taal. Het gedicht is ook een manier om van zijn leven los te komen, om zich los te zingen van het vlees.”

Over de auteur